Herhaling ouderen

Psychische veranderingen bij het ouder worden 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
OSVSecundair onderwijs

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Psychische veranderingen bij het ouder worden 

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog over het onderwerp 'ouder worden?'

Slide 2 - Carte mentale

Veranderingen in de cognitie van kinderen betekenen meestal vooruitgang, die bij bejaarden achteruitgang.
Akkoord
Niet akkoord

Slide 3 - Sondage

Het langetermijngeheugen betekent dat je nog weet wat je gegeten hebt als ontbijt.
A
Waar
B
Niet waar
C
Ik weet het niet

Slide 4 - Quiz

Voor een examen herhaal je best drie keer de leerstof, dan wordt het opgeslagen in het lange termijn geheugen.
A
Waar
B
Niet waar
C
Ik weet het niet

Slide 5 - Quiz

Ouderen hebben een verminderd waarnemings- en/of concentratievermogen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat betekent afasie?
A
Een taalstoornis waarbij de persoon zaken vergeet.
B
Een taalstoornis waarbij de persoon niet meer duidelijk kan maken wat hij bedoelt.
C
Een aandoening op vlak van fysieke ontwikkeling, de persoon kan bv. niet meer zo goed zaken vastnemen.

Slide 7 - Quiz

Dementie is gelijk aan vergeetachtigheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Agnosie betekent
A
Gaten in het geheugen verbergen
B
Problemen bij dagdagelijkse handelingen.
C
Stemmingswisselingen
D
Herkenningsproblemen

Slide 9 - Quiz

Dementie kenmerkt zich door geheugenstoornissen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Persevereren betekent dat de dementerende zinloze woorden herhaalt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

R.O.T hoort bij de tweede fase van dementie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat betekent snoezelen?

Slide 13 - Question ouverte