2.6 en 2.7

2.6 en 2.7
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

2.6 en 2.7

Slide 1 - Diapositive

2.6 Voedselbederf

Slide 2 - Diapositive

Bacteriën en schimmels
Zijn de opruimers in de natuur. Ze zijn dol op groenten, vlees, fruit en andere dode organismen.
Voedsel is eigenlijk ook dode organismen. Dus zullen bacteriën en schimmels dit ook opeten. 

Slide 3 - Diapositive

Bacteriën

Nuttig:

- Opruimers

- Kaas/Yoghurt

- Waterzuivering

Maar ook....

- Voedselvergiftiging

- Ziekten (salmonellabacterie)

Slide 4 - Diapositive

Wat is voedselvergiftiging?
Voedsel kan besmet zijn met giftige stoffen die bacteriën of schimmels op het voedsel achterlaten. 
Vaak zie/ruik je dat het voedsel niet goed is, maar niet altijd. Al na 1 uur (tot 12uur) na het eten kan je ziek worden.

Verschijnselen:
diarree, overgeven, koorts, buikkrampen

Koorts en rillingen
Besmet voedsel
Buikpijn
Diarree
Misselijk, overgeven

Slide 5 - Diapositive

Voedsel conserveren 
Voedsel bederft door conserveren minder snel. Bacteriën en schimmels gaan dood. Manieren:
  1. Invriezen
  2. Pasteuriseren
  3. Steriliseren
  4. Vacuüm verpakken (luchtdicht verpakken/ geen zuurstof)
  5. Drogen
  6. Conserveermiddel toevoegen 

Slide 6 - Diapositive

Invriezen
  • Temperatuur te laag voor bacteriën en schimmels om zich voort te kunnen planten.
  • Bacteriën en schimmels zijn niet dood, en gaan zich weer voortplanten na het ontdooien. 
  • Niet opnieuw invriezen na het ontdooien

Slide 7 - Diapositive

Pasteuriseren
Verhitten tot 72 oC
Sommige bacteriën overleven wel, dus in de koelkast!
Minder lang houdbaar

Slide 8 - Diapositive

Steriliseren
Verhitten tot 130/140 oC of meer

Alle bacteriën en schimmels gaan dood
Lang houdbaar!

Slide 9 - Diapositive

Vacuüm verpakken
Voedsel kan ook vacuüm worden verpakt 
Hierbij wordt alle lucht uit de verpakking weggezogen. 

Bacteriën en schimmels kunnen zich niet voortplanten door de afwezigheid van zuurstof. Een voorbeeld is koffie, die eerst wordt gebrand en daarna vacuümverpakt.

Slide 10 - Diapositive

Drogen
Het water wordt uit de voedingsmiddelen gehaald. Zonder water kunnen bacteriën en schimmels zich niet voortplanten. Voorbeelden van gedroogde producten zijn melkpoeder, rozijnen en soep in droge vorm. Ook de worst hiernaast. 

Slide 11 - Diapositive

Conserveermiddelen toevoegen
Door conserveermiddelen toe te voegen, worden de leefomstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig. Voorbeelden van conserveermiddelen zijn bv. suiker, zout, en azijn Bijvoorbeeld:
• suiker in jam
• sulfiet in gedroogd fruit
• zout in olijven

Slide 12 - Diapositive

Geur-kleur en smaakstoffen
Helpen niet tegen voedselbederf. Worden toegevoegd zodat het er beter uit ziet/smaakt. 

Bijvoorbeeld: wilde zalm eet garnalen en is daarom oranje van kleur. Gekweekte zalm krijgt kleurstoffen toegediend zodat het vlees oranje wordt. Deze kleurstoffen blijken slecht te zijn voor de ogen van de mens die deze zalm eten. Maar ook is het moeilijker te zien of de zalm dan bedorven is. 

Slide 13 - Diapositive

2.7 Nadenken over eten

Slide 14 - Diapositive

Voedselverspilling
Sommige landen produceren té veel voedsel. Een deel daarvan wordt vernietigt of als veevoer gebruikt. 
Andere landen hebben te weinig voedsel en daar komt ondervoeding voor. Vooral een gebrek aan eiwitten veroorzaakt problemen. 

Slide 15 - Diapositive

Minder vlees eten
Vegetariërs zijn mensen die geen vlees eten. 
Veganisten eten en gebruiken helemaal geen dierlijke producten (dus ook geen melk, eieren, kaas, honing of dingen van leer of wol)
Flexitariërs kiezen ervoor om niet élke dag vlees te eten. Ze doen dit af en toe. 

Slide 16 - Diapositive

Maar waarom dan?
Er zijn veel redenen. De belangrijkste:
1) respect voor dieren/ tegen dierenleed
2) Je gezondheid
3) Het milieu (klimaatverandering tegen gaan)
4) Het voedselvraagstuk (hoe zorgen we ervoor dat alle mensen genoeg te eten hebben)

Slide 17 - Diapositive

Respect voor dieren/ Dierenleed
De manier waarop dieren worden gehouden
De manier waarop dieren worde vervoerd
De manier waarop dieren worden geslacht
Waarschuwing: de volgende film kan schokkende beelden bevatten

Slide 18 - Diapositive

Vlees vervangen
Vlees kun je vervangen door andere producten met veel eiwitten zoals noten en peulvruchten (bonen, linzen, enz.). 
Het is wel belangrijk dat je veel vitamine C binnenkrijgt (in groente en fruit) zodat het ijzer beter wordt opgenomen. 
Ook zal je dan extra vit. B12 moeten innemen. Deze zitten in melk en zuivelproducten of in tabletten. 
In vleesvervangers zijn vaak al ijzer en vit B toegevoegd. 

Slide 19 - Diapositive