Thema 3: BS 6

Thema 3 Genetica
BS 6: Opvoeding of Aanleg
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Genetica
BS 6: Opvoeding of Aanleg

Slide 1 - Diapositive

Nature-nurture
Fenotype = milieu + genotype
Welke speelt een grotere rol?

Herhaling in generaties van: alcoholisme, huiselijkgeweld en misbruik.

Maar ook: creativiteit, verlegenheid, rekenvaardigheid.

Slide 2 - Diapositive

Nature-nurture debat
  • Nature: alleen je DNA bepaalt hoe je bent
  • Nurture: alleen je opvoeding bepaalt hoe je bent

Hoe zou je dit nou kunnen onderzoeken bij mensen?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Leg uit hoe het bekeken filmpje laat zien wat de invloed van nurture is

Slide 5 - Question ouverte

Nature (aanleg) versus nurture (opvoeding)
Tweelingonderzoek

Slide 6 - Diapositive

Waarom is onderzoek aan tweelingen zo interessant voor het nature/nurture debat?
Bij een-eiige tweelingen is zowel nature als nurture identiek (zelfde genotype)
Bij twee-eiige tweelingen is nature verschillend, nurture identiek.

Verschillen tussen een-eiiige tweelingen zijn dus het gevolg van nature.

Door tweelingonderzoek probeert men meer zicht te krijgen op de invloed die het genotype heeft en welke invloed milieufactoren hebben op het fenotype.

Slide 7 - Diapositive

Epigenetica
In je celkern liggen chromosomen. 
Chromosomen zijn opgerolde DNA strengen om eiwit heen

Slide 8 - Diapositive

Epigenetica
Op dat DNA liggen genen die coderen voor eiwitten. 
Als dat gen ''aan'' staat, wordt het gemaakt via de eiwitsynthese route. We noemen dit gen-expressie.
Staat het gen uit, dan is er 
Geen expressie. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

De compactheid van chromatine heeft effect op de genexpressie. Het heeft invloed op hoe gemakkelijk er mRNA gemaakt kan worden.
Vindt in chromatine met compacte structuur veel of weinig genexpressie plaats? (leg uit)
A
Veel
B
Weinig

Slide 11 - Quiz