A2B - P3 - Week 5 - Les 2 - H32

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

- Welkom/ dagopening

- Stillezen

- Lezen H32 - huiswerk bespreken 

- aan de slag 

Doel:

- Je benoemt wat het onderwerp van een tekst is

- Je benoemt wat de hoofdgedachte is van een tekst.

Wat gaan we doen vandaag:

Stillezen

Leg je boeken en je huiswerk H32 - 2 t/m 4 open op tafel

Nakijken huiswerk: H32

Nakijken huiswerk: H32

H32 - onderwerp en hoofdgedachte

foute onderzoeksmethode

schoenloze klaslokalen

andere meningen

op sokken leer je niet beter

H32: lezen - Onderwerp en hoofdgedachte

Iedere tekst heeft een onderwerp

Hoe vind je het onderwerp?

  - titel, ondertitel, afbeelding, inleiding

  - één woord (‘zorg’) of woordgroep (‘werken in de zorg’)

Belangrijke informatie te vinden in:

- inleiding

- slot

- kernzinnen

H32: lezen - Onderwerp en hoofdgedachte

H32: lezen - Onderwerp en hoofdgedachte

Deelonderwerpen:

- Hoe ga je erheen?

- Wat ga je eten

- Historie stad

- Waar ga je slapen

- Hoeveel vrije tijd heb je?

- Wat vonden leerlingen van vorige jaren van de excursie?

Bijv. een tekst met het onderwerp: 

Excursie Praag

Hoofdgedachte:  wat wil de schrijver zeggen over deze tekst?

- Deze excursie is het leukste die er is

H32: lezen - Onderwerp en hoofdgedachte

Deelonderwerpen:

- Hoe ga je erheen?

- Wat ga je eten

- Historie stad

- Waar ga je slapen

- Hoeveel vrije tijd heb je?

- Wat vonden leerlingen van vorige jaren van de excursie?

Bijv. een tekst met het onderwerp: 

Excursie Praag

Voorkeursplaatsen hoofdgedachte:

- titel

- inleiding (eerste inleiding)

- laatste alinea

Meestal staat de hoofdgedachte letterlijk in de tekst, soms moet je hem zelf verwoorden

Hoofdgedachte:  wat wil de schrijver zeggen over deze tekst?

- Deze excursie is het leukste die er is

Wat:

Maken: 

H32 -  opdracht 6, 7 en 8

Leren:  

theorie H32 (onderwerp, deelonderwerpen en hoofdgedachte)

Hoe:

Je werkt voor jezelf.

Wanneer:

Deze les, anders huiswerk woensdag

Klaar: Lees verder in je leesboek 

Aan de slag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.