H3 P3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3 Paragraaf 3

Kijk op cijfers

Wat gaan we doen?

• Herhalen hoofdstuk 3 paragraaf 2
• Uitleg Hoofdstuk 3 paragraaf 3
• Zelf aan de slag !

Zet in de goede volgorde

1

2

3

4

5

Nettowinst

Bedrijfskosten

Brutowinst

Omzet

Inkoopwaarde

Stijn heeft deze week een omzet van €3500. De inkoopwaarde is €1500. Wat is zijn Brutowinst?

Omzet = €18.000
Bedrijfskosten= €9.000
Nettowinst = €1.500
Wat is de inkoopwaarde?

Leerdoelen

• Ik kan de cijfers van bedrijven met elkaar vergelijken.
• Ik kan de winstgevendheid en groei van bedrijven berekenen.

                                 wat : waarvan x 100 

                                deel   : geheel x 100

De omzet van een winkel is €200.000. De inkoopwaarde is €140.000. Hoeveel procent van de omzet is de inkoopwaarde?

De omzet van een winkel is €160.000 De inkoopwaarde is €88.000. Hoeveel procent van de omzet is de inkoopwaarde?

De omzet van een winkel is €425.000 De inkoopwaarde is €276.250. Hoeveel procent van de omzet is de inkoopwaarde?

Zelf aan de slag 

Hoofdstuk 3, paragraaf 3 (3.3)

opdrachten