5V - TH9 - BS2 enzymen

Stofwisseling- BS1 en BS2
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Stofwisseling- BS1 en BS2

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet wat er bedoeld wordt met metabolisme
Je begrijpt dat alle organismen aan stofwisseling doen
Je kunt het verschil tussen assimilatie en dissimilatie beschrijven
Je begrijpt hoe in de cel energie wordt opgewekt en opgeslagen
Je kunt uitleggen welke rol enzymen spelen bij metabolisme

Slide 2 - Diapositive

metabolisme = stofwisseling
Het geheel van chemische omzettingsprocessen in een cel

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Chemische energie die ontstaat bij verbranding van glucose moet worden vastgelegd

ATP = energierijk

ADP = energiearm 

Slide 6 - Diapositive

O2

Slide 7 - Diapositive

Enzymen
eiwitten
organische reactieversnellers --> biokatalysatoren
specifiek
gevoelig
worden niet verbruikt

Slide 8 - Diapositive

BS 2 Enzymen

Slide 9 - Diapositive

-ase
H

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Invloed van temperatuur op werking enzym

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Zijn enzymen organische- of anorganische stoffen?
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 17 - Quiz

Enzymen verkrijg je door
A
Voeding
B
Zonlicht
C
Voortgezette assimilatie
D
Eiwitten

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurt er met enzymen wanneer ze bij een veel te hoge pH worden gezet?
A
enzymen raken onwerkzaam door vormverandering
B
enzymen raken onwerkzaam door stolling
C
Enzymen verweken
D
enzymen sterven af

Slide 19 - Quiz

Enzymen x, y, en z kunnen werkzaam zijn in een vis
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Bij 37 graden zijn er meer enzymen y dan z gedenatureerd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

In de afbeelding zie je de werking van twee enzymen. Als je onderzoek wilt doen naar de werking van enzymen bij 40 graden, welk van de twee enzymen kan je dan het beste gebruiken?
A
Enzym 1
B
Enzym 2
C
Beide zijn goed
D
Geen van beide

Slide 22 - Quiz

Leg uit waardoor een kikker 's winters niet actief kan zijn en een merel wel?

Slide 23 - Question ouverte

Waarom kan in een cel worden volstaan met een kleine hoeveelheid van een bepaald enzym?

Slide 24 - Question ouverte

Als een enzym gedenatureerd is betekent dat dat het enzym...
A
opgebruikt is
B
dood is
C
uit elkaar is gevallen
D
van vorm is veranderd

Slide 25 - Quiz

Een enzym katalyaseert maar een soort reactie. Dat heet..
A
reactiespecifiek
B
substraatspecifiek

Slide 26 - Quiz

Een enzym past precies op de om te zetten stof. Dat betekent dat het enzym ...
A
substraatspecifiek is
B
reactiespecifiek is

Slide 27 - Quiz

Welke bewering klopt?
De stijging van de activiteit
tussen P en Q komt doordat ..
A
... er meer enzymen bijkomen
B
... er per enzymmolecuul meer stof wordt omgezet
C
... er meer substraat bijkomt.

Slide 28 - Quiz

Bij A en B wordt evenveel
enzymactiviteit gemeten
(dus substraat omgezet).
Dat betekent ..
A
.. dat er bij A meer enzymmoleculen actief zijn dan bij B
B
... dat er bij A en B evenveel enzymmoleculen actief zijn
C
... dat er bij A minder enzymmoleculen actief zijn dan bij B

Slide 29 - Quiz

Wat is er gebeurd daar waar de
kromme tussen 4 en 5 de
horizontale as raakt?
A
De enzymmoleculen zijn niet actief, maar kunnen dat wel weer worden bij een lagere pH
B
De enzymmoleculen zijn niet actief, want ze zijn gedenatureerd
C
De enzymmoleculen zijn opgebruikt...

Slide 30 - Quiz

De maximumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
geen van genoemde antwoorden

Slide 31 - Quiz

Hiernaast zie je de vorming van sacharose. Naast sacharose ontstaat er nog een molecuul. Welk molecuul is dit?
A
H+
B
CO2
C
ATP
D
H2O

Slide 32 - Quiz

Biologie met meneer Spoor
Ga naar de website en maak 1x  de test en 1x de combineren opdracht

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Enzymen zijn nodig voor zowel assimilatie als dissimilatie. De werking van enzymen begrijp ik nu...
Helemaal
Gedeeltelijk
Beetje
Niet

Slide 35 - Sondage