2.1 Griekse stadstaten (vaardigheid openvraag beantwoorden)

Griekse stadstaten - les 2 - MH1 
Tijdvak 2 Grieken & Romeinen (3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.) 
CSB
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Griekse stadstaten - les 2 - MH1 
Tijdvak 2 Grieken & Romeinen (3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.) 
CSB

Slide 1 - Diapositive

Programma 
1. Een verhaal: Odysseus                                                               (10 min) 
2: Voorkennis: leerdoel 4                                                               (5 min)   
3. Vaardigheid: antwoorden op een open vraag.                (5 min)  
3. Zelfstandig aan de slag (keuze)                                             (15 min)
6.  Test: Openvraag bij leerdoel 4                                                (10 min)

Slide 2 - Diapositive

Surfen!
1. Ga naar LessonUp.com
2. Vul de lesCode in die op het bord staat.

Slide 3 - Diapositive

Test leerdoel 2: Geef tenminste drie kenmerken van een Griekse stadstaat.

Slide 4 - Question ouverte

Test leerdoel 3: Athene had een democratie. Wat is dit?
A
Een bestuur met twee koningen
B
Een bestuur waarin de rijken alles beslissen
C
Een bestuur waarbij het volk beslist
D
Een bestuur waarin niemand mag beslissen

Slide 5 - Quiz

Test leerdoel 3: welke uitspraak over de Atheense democratie is juist?
A
De inwoners met burgerrechten mochten meebeslissen in het bestuur.
B
Alle vrije mannen kwamen bij elkaar in de volksvergadering.
C
De volksvergadering bestond uit Atheense mannen en vrouwen.
D
Met het schervengericht konden vrouwen weggestemd worden.

Slide 6 - Quiz

Hoeveel jaar duurt tijdvak 2 - Grieken & romeinen (3000 v.Chr. tot 500 na Chr.) in totaal?
A
2500 jaar
B
3000 jaar
C
3500 jaar

Slide 7 - Quiz

Aan de slag met:
Om leerdoel 2 te beantwoorden volg je de volgende stappen:  
  1. Je leest blz. 76- stadstaten 
  2. Je maakt vraag 3A tot en met 4B. 
  3. Je geeft antwoord in je schrift op leerdoel 2. 
  4. Klaar? Zie hier onder verdieping of oefenen

Oefenen
Maak extra opdrachten over jaartallen & eeuwen op blz. 105 opdracht 1A tot en met 2C.
Leerdoel 2
2. Je kunt het begrip stadsstaat uitleggen en je kunt drie kenmerken opnoemen van een stadsstaat. 

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag met:
Om leerdoel 2 te beantwoorden volg je de volgende stappen:  
  1. Je leest blz. 33- stadstaten 
  2. Je maakt vraag 2A tot en met 4 
  3. Je geeft antwoord in je schrift op leerdoel 2. 
  4. Klaar? Zie hier onder verdieping of oefenen

Oefenen
Maak extra opdrachten over jaartallen & eeuwen op blz. 105 opdracht 1A tot en met 2C.
Leerdoel 2
2. Je kunt het begrip stadsstaat uitleggen en je kunt drie kenmerken opnoemen van een stadsstaat. 

Slide 9 - Diapositive

  • Stadsstaat:  Bestaat uit een stad en  gebieden daarom heen. 

  • Drie kenmerken stadsstaten: 
  • 1. De meeste stadstaten waren klein, behalve; Athene & Sparta 
  • 2. De cultuur van de verschillende stadsstaten was hetzelfde. 
  • 3. Griekse stadstaten hadden hun eigen bestuur en eigen wetten. 
Leerdoel 2
2. Je kunt het begrip stadsstaat uitleggen en je kunt drie kenmerken opnoemen van een stadsstaat. 

Slide 10 - Diapositive

Wat is GEEN kenmerk van een Griekse stadsstaat?
A
De grens van de stadstaat houdt op bij de muur van de stad.
B
De cultuur van de verschillende Griekse stadstaten was hetzelfde.
C
Griekse stadstaten hadden hun eigen wetten en bestuur.
D
Griekse stadsstaten waren meestal klein.

Slide 11 - Quiz

3. Je kunt uitleggen hoe en door wie de Griekse stadsstaat Athene bestuurd werd. 
  • Wie? 
  • Grotere groep vrije mannen met burgerrrecht.  
  • Hoe? 
  • Middels een democratie (volk beslist) 
  • Volksvergadering van 6000 stemden over wetsvoorstellen van een kleinere groep. 
timer
7:00

Slide 12 - Diapositive

Basis leerdoelen les 1 & 2 - Goden & wetenschap (2.1) 
4. Ik kan uitleggen welke rol godenverhalen en wetenschap hadden in de Griekse cultuur. (staat al in jouw schrift) 

5. (Vaardigheid) Ik kan een openvraag beantwoorden aan de hand van drie stappen. 


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

4. Je kunt uitleggen welke rol godenverhalen en wetenschap hadden in de Griekse cultuur. 
  • Voor 600 n.Chr.: gebeurtenissen uit het dagelijks leven: werden verklaard aan de hand van goden. (godenverhalen worden mythen genoemd). 

  • vanaf 600 v.Chr: door wetenschap: door nauwkeurig onderzoek te doen achter de waarheid komen. 

Slide 15 - Diapositive

Leerdoel 5: een openvraag beantwoorden
(2 punten a) Leg uit hoe rampspoed en natuurverschijnselen werden verklaard door de Grieken VOOR 600 v.Chr. 

(opschrijven) STAPPENPLAN!
  1. Neem altijd een deel van de vraag over, doe dit zo: rampspoed en natuurverschijnselen werden verklaard door:....
  2. Leg begrippen uit als deze erin staan. 
  3. Lees je antwoord na. 

Slide 16 - Diapositive

2 punten a) Leg uit hoe rampspoed en natuurverschijnselen werden verklaard door de Grieken VOOR 600 v.Chr.

Slide 17 - Question ouverte

a) Antwoord
2 punten a) Leg uit hoe rampspoed en natuurverschijnselen werden verklaard door de Grieken VOOR 600 v.Chr. 

  • Rampspoed en natuurverschijnselen werden VOOR 600 v.Chr. verklaard door middel van godenverhalen, oftewel: door onderzoek te doen verklaarden de Grieken nu natuurverschijnselen. 

Slide 18 - Diapositive

Openvragen lastig en oefenen voor het proefwerk? 

We gaan samen aan de slag met 



Leerdoel gevorderde (Athene)
Leerdoel gevorderde (Athene)  
Je kunt beschrijven hoe de oude stad Athene er uit gezien moet hebben tijdens de oudheid. (Via word - inleveren per mail)

Je doet dit door de volgende onderdelen te beschrijven; 
- Je vertelt per onderdeel hoe het oud het onderdeel is. 
- Je beschrijft in minimaal drie zinnen hoe het onderdeel eruit ziet.
- Je vertelt wat de functie was van het onderdeel.

De volgende onderdelen dien je behandelt te hebben:

Slide 19 - Diapositive

2 punten a) Leg uit hoe rampspoed en natuurverschijnselen werden verklaard door de Grieken NA 600 v.Chr.

Slide 20 - Question ouverte