1.1 Hoe ontstond de industrie?

1.1 Hoe ontstond de industrie?
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

1.1 Hoe ontstond de industrie?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze paragraaf weet je hoe aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines de productie verliep.
  • Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen hoe en waardoor de productie toenam.
  • Aan het einde van deze paragraaf kun je beschrijven hoe de industrialisatie in Nederland verliep.
  • Aan het einde van deze paragraaf weet je wat door de industrialisatie veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers.



Slide 2 - Diapositive

L1: Thuis aan het werk
  • Er kwamen veel producten binnen uit het buitenland
    - Vooral katoen verwerkbaar 
  • Boeren hadden in de winter 
    geen inkomsten
  • Thuis een spinnewiel om bij
    te verdienen
  • Huisnijverheid: Thuis producten maken

Slide 3 - Diapositive

L1: Thuis aan het werk
  • Sommige boeren gingen zelf volledig over en er ontstaan kleine bedrijven


  • Leven wordt moderner: Moderne Tijd 
  • Stoommachine heel belangrijk!
  • Tijd van burgers en stoommachines
    (1800 - 1900)

Slide 4 - Diapositive

L2: Van huisnijverheid naar fabrieken
  • Huisnijverheid: Gebruik van eigen spierkracht of dieren
  • Industrie: Gebruik van natuur of grondstoffen als kracht
  • Eerst wind en water: in 1780 stoom als energiebron
    - Stoommachine kan het werk van velen doen

  • Ondernemers zetten hun fabriek dichtbij ijzer en steenkool
    - Komst van de stoomtrein zorgt voor heel spoornetwerk

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 1.1
Maken: Opdracht 1 tot leerstof 3

Slide 7 - Diapositive

1.1 Hoe ontstond de industrie?

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze paragraaf weet je hoe aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines de productie verliep.
  • Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen hoe en waardoor de productie toenam.
  • Aan het einde van deze paragraaf kun je beschrijven hoe de industrialisatie in Nederland verliep.
  • Aan het einde van deze paragraaf weet je wat door de industrialisatie veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers.



Slide 9 - Diapositive

L3: Ook industrie in Nederland?
  • Nederland liep voor tijdens de VOC
    - In de 18e eeuw niet meer up-to-date
  • Veel geld nodig om ijzer en steenkool in te kopen
    - Geld was nog op van oorlogen 
    - Molens werkten ook prima
    - In 1800 nog nauwelijks een fabriek in Nederland

Slide 10 - Diapositive

L3: Ook industrie in Nederland?
  • Pas bij de terugkeer van Willem V naar industrie
  • Koninkrijk der Nederlanden moest geld gaan verdienen:
    - Aanleg bruggen, spoorwegen, kanalen

Slide 11 - Diapositive

L4: Op de werkvloer
  • Er ontstaan 2 groepen door de komst van industrie:
    1. Werkgever: De fabriekseigenaar
    2. Werknemer: De arbeider
  • Er waren vele malen meer arbeiders dan banen
    - Arbeider werd uitgebuit
  • Een grote verandering in korte tijd: revolutie
  • De komst van machines daarom een industriële revolutie

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Dag van een kind
  • Opstaan: 06:00
  • Aanwezig op het werk: 07:00
  • Pauze: 12:30 - 13:00
  • Vrij: 19:00
  • Slapen: 20:00 

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 1.1
Maken: Hele paragraaf t/m Samenvatting

Slide 15 - Diapositive