lesson 4

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

Unit 4 - lesson 4

What did we learn last time?

7 minutes

Use the present simple:
(see) She .... Mike every Tuesday.

Fill in the gap:
(hun) That is ....... dog.

Translate to English:
mond

Translate to Dutch:
section

Learning Goal

• What is the learning goal of today?
  

I can use the IMPERATIVE in English when I tell someone they should/shouldn't do something.

Ik kan de GEBIEDENDE WIJS gebruiken in het Engels wanneer ik tegen iemand zeg dat hij wel/niet iets moet doen.

• What do you know about the learning goal? 

• How are we going to reach the learning goal? 
  

Imperative - gebiedende wijs

• Wanneer gebruik je de gebiedende wijs?

Welk van de volgende zinnen gebruiken de IMPERATIVE?

Niet rennen! - Je mag niet rennen!

Ga zitten!       - Je moet zitten!

WEL DOEN

Sit!

Ga zitten!

Come back!

Kom terug.

NIET DOEN

Don't run!   

Niet rennen!

Don't say a word! 

En geen woord meer!

Translate:
Pay up!

Translate:
Don't talk!

Get to work!

• Ik maak opdracht 1 t/m 17 af.
  

• Bij vragen steek ik mijn hand op.

• Als ik klaar ben, kijk ik mijn werk na.
  

• Als ik klaar ben, doe ik wat voor mezelf (lezen, tekenen, niet op mijn mobiel...)
  

EVALUATION

• What went well?

• What can go better?

• Did we reach the learning goal?