H2 - Periode 3 - H5 Les 1 - KOL (25/27-01-2022)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenidos

El programa 

• 5 min    - Objetivos de unidad 5


• 15 min   - Intro + fiëstas + días + meses
• 10 min   - Ir de compras
• 10m - Vocabulario 5.1 + 5.2
• 10m - Comprar regalos (= cadeaus kopen)



• 10 min   - Repetimos los verbos + ser, estar



















• 5m - Los deberes/ evaluación

Leerdoelen van dit hoofdstuk :

- je leert praten, luisteren, lezen en schrijven over winkelen, kleding, mode, cadeaus, verjaardagen

- je leert vertellen/vragen wanneer iets is, voor wie iets is en waar iets is

- je leert het verschil in gebruik van 'hay', 'ser' en 'estar' 

- je leert de getallen t/m een miljoen

- je leert de aanwijzend voornaamwoorden

- je leert de dagen, maanden en jaren

- je leert/ herhaalt de vraagwoorden

- je leert/ herhaalt de uitspraak van de v, j, g

- je herhaalt de regelmatige ww en de onregelmatige ww

- je herhaalt de kleuren en andere bijvoeglijk naamwoorden 

15 min - Intro 

Fiestas, días, meses

HACER: 

1. TB p.66-67: combina la foto con el balón 
2. WB p.57, ejercicio 9, escribe en español
3. Escribe los días de la semana
4. Escribe los meses del año. 

¿Terminado? (Klaar?) 

HACER: VOC unidad 5 

• p. 10 ej. 12 
• p. 11 ej. 13c 
• p.11 ej. 14ab

10m - Ir de compras (winkelen)

Kijk het volgende filmpje en onthoud zoveel mogelijk woorden. 

Noteer de woorden pas na afloop.

ir de compras (winkelen)

1. Schrijf in je schrift zoveel mogelijk woorden en zinnen op die je nodig hebt als je gaat shoppen (in het Nederlands).
   
2. Pak een andere kleur pen/potlood en vertaal de woorden die je al weet.
3.  -> Bewaren voor het einde van dit hoofdstuk. Tegen die tijd kun je het verder vertalen...

10m - Vocabulario 5.1 + 5.2

Estudiar en silencio, S-N       (Studeer in STILTE)

TB p.68 

En una calle comercial 

¿Para quién es el regalo?  

(Voor wie is het cadeau?)

1. Lee la instrucción + las descripciones de las            personas

2. Escribe: 

         El libro es para .... .

         Las gafas de sol son para ....     etc.

¿Listo? Aprender (leren) frases clave 1, zin 1-8 (VOC p.5)

10 min - Repetimos los verbos 

Bestudeer de volgende slides en maak de oefening op de lichtblauwe pagina.

Wederkerende werkwoorden

met en zonder klinkerwisseling

Oef klinkerwisseling + wed. ww.

pedir (i)- vragen om :                      Vosotros ............ monedas al rico.
atender (ie)-  bijwonen:                  Ellos ............... las clases.
levantarse - opstaan:                      Nosotros ....   ............... pronto.

acostarse (ue)-naar bed gaan:    Yo ....  ................ a las diez. 

Antwoorden oefening klinkerwisseling + wed. ww

1. pedís

2. atienden

3. nos levantamos

4. me acuesto 

¿Qué has aprendido? (Wat heb je geleerd?)
¿Cómo has trabajado? (Hoe heb je gewerkt?

Los deberes

Leren: voca 5.1 + 5.2 + ser, estar

Maken/afmaken: 

TB p. 68 

WB p.57 ejercicio 9

voc p. 10, 11 (oef 12,13c, 14)