Les 1: Leefstijl

Thema 8 Gezondheid 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 8 Gezondheid 

Slide 1 - Diapositive

Welke dingen hebben volgens jullie
met media te maken?

Slide 2 - Diapositive

Welke dingen hebben volgens jullie
met media te maken?
- De hardlopers op de atletiekbaan.
- De verdrietige jongen die getroost wordt.
- De mensen die snacken op het terras.
- De mensen die bier drinken op het terras.
- Het meisje dat gewond wordt afgevoerd.
- De rokende mensen.
- Het meisje dat haar hond uitlaat.
- De jongen met overgewicht.
- Het meisje dat aan het verspringen is.
- De kantine met ijsjes.

Slide 3 - Diapositive

Les 1 Leefstijl

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les leer je:

- wat er met leefstijl wordt bedoeld;
- dat je leefstijl gevolgen kan hebben voor je gezondheid;
- dat het belangrijk is om genoeg te bewegen.

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les leer je:

- wat er met leefstijl wordt bedoeld;
- dat je leefstijl gevolgen kan hebben voor je gezondheid;
- dat het belangrijk is om genoeg te bewegen.

Wat weten jullie al over deze onderwerpen?

Slide 6 - Diapositive

Lezen
Gezonde leefstijl
bladzijde 228

Slide 7 - Diapositive

Maken
Opdracht 1 
bladzijde 299 

Slide 8 - Diapositive

Maken
Opdracht 2
bladzijde 231 en 232

Slide 9 - Diapositive

Lezen
Bewegen
bladzijde 233

Slide 10 - Diapositive

Maken
Opdracht 3
bladzijde 231 t/m 235

Slide 11 - Diapositive

Afsluiting


Pak je telefoon.

Slide 12 - Diapositive


De manier hoe je leeft heet ook wel je ..........
A
conditie.
B
gezondheid.
C
leefstijl

Slide 13 - Quiz


Waarover gaat deze uitspraak?
A
leefstijl.
B
uitrusten.
C
ziek worden.

Slide 14 - Quiz


Wat valt onder leefstijl?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Of je van dieren houdt. Hoeveel jij beweegt.
B
Of je drugs gebruikt. Wat je eet en drinkt.
C
Wat je eet of drinkt. Welke kleur ogen jij hebt.
D
Hoeveel jij beweegt. Of je drugs gebruikt.

Slide 15 - Quiz


Welke zin past bij deze tekst?
A
De school helpt kinderen om gezond te blijven.
B
De school is bedoeld voor kinderen die gezond moeten eten
C
De school is speciaal voor kinderen die heel slim zijn.

Slide 16 - Quiz


Welke zin past bij deze tekst?
A
Het is belangrijk om voldoende te rusten na een inspanning.
B
Nadat je hebt gesport moet je altijd goed eten.
C
Om gezond te blijven, is het belangrijk genoeg te bewegen.

Slide 17 - Quiz


Waarom vindt de jongen dat hij
minder zou moeten
roken en drinken?
A
Omdat hij geen tijd overhoudt om te sporten.
B
Omdat hij niet fit is.
C
Omdat zijn vrienden hem uitlachen.

Slide 18 - Quiz


Je leefstijl kan gevolgen hebben voor je gezondheid.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 19 - Quiz


Mensen die gezond leven, kunnen niet ziek worden.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 20 - Quiz


Om gezond te blijven,
is het belangrijk om genoeg te bewegen.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 21 - Quiz

NAKIJKEN

Slide 22 - Diapositive


De manier hoe je leeft heet ook wel je ..........
A
conditie.
B
gezondheid.
C
leefstijl

Slide 23 - Quiz


Waarover gaat deze uitspraak?
A
leefstijl.
B
uitrusten.
C
ziek worden.

Slide 24 - Quiz


Wat valt onder leefstijl?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Of je van dieren houdt. Hoeveel jij beweegt.
B
Of je drugs gebruikt. Wat je eet en drinkt.
C
Wat je eet of drinkt. Welke kleur ogen jij hebt.
D
Hoeveel jij beweegt. Of je drugs gebruikt.

Slide 25 - Quiz


Welke zin past bij deze tekst?
A
De school helpt kinderen om gezond te blijven.
B
De school is bedoeld voor kinderen die gezond moeten eten
C
De school is speciaal voor kinderen die heel slim zijn.

Slide 26 - Quiz


Welke zin past bij deze tekst?
A
Het is belangrijk om voldoende te rusten na een inspanning.
B
Nadat je hebt gesport moet je altijd goed eten.
C
Om gezond te blijven, is het belangrijk genoeg te bewegen.

Slide 27 - Quiz


Waarom vindt de jongen dat hij
minder zou moeten
roken en drinken?
A
Omdat hij geen tijd overhoudt om te sporten.
B
Omdat hij niet fit is.
C
Omdat zijn vrienden hem uitlachen.

Slide 28 - Quiz


Je leefstijl kan gevolgen hebben voor je gezondheid.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 29 - Quiz


Mensen die gezond leven, kunnen niet ziek worden.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 30 - Quiz


Om gezond te blijven,
is het belangrijk om genoeg te bewegen.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 31 - Quiz