De egel.

De egel
Kijk het filmpje.
Lees dan jouw tekst over de egel.
 Lees het stukje met de titel: Egel.
Maak dan de vragen.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
ISKMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

De egel
Kijk het filmpje.
Lees dan jouw tekst over de egel.
 Lees het stukje met de titel: Egel.
Maak dan de vragen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoeveel weegt een egel?
A
Ongeveer 1000 gram.
B
Ongeveer 1 kilogram.
C
Ongeveer 2 pond
D
Ongeveer 10 ons

Slide 3 - Quiz

Mijn lineaal is 30 centimeter.
Een egel is ..........................................
A
Veel groter
B
Bijna net zo groot.
C
Veel kleiner
D
Iets kleiner

Slide 4 - Quiz

Welk zintuig is goed ontwikkeld bij een egel?

A
Zijn zicht
B
Zijn smaak
C
Zijn gehoor
D
Zijn reuk

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Lees het stukje onder NACHTDIEREN. Zoek woorden op, die je niet begrijpt. Vraag aan iemand. Of aan de juf. Maak dan de volgende vragen. 
NACHTDIEREN

Slide 7 - Diapositive

Wanneer zijn egels actief?
A
's Nachts
B
Overdag
C
's Nachts en in de vroege ochtend
D
's Ochtends

Slide 8 - Quiz

Wat doen egels overdag?
A
Slapen
B
Verstoppertje spelen
C
Niks
D
Eten zoeken

Slide 9 - Quiz

Noem 4 dingen die een egel eet.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

WINTERSLAAP
Lees onder WINTERSLAAP. Maak dan de volgende opdrachten.

Slide 12 - Diapositive

Hoe heet het seizoen VOOR de winter?
A
zomer
B
najaar
C
herfst
D
lente

Slide 13 - Quiz

Wat doet een egel in de herfst?
A
Hij eet zich helemaal vol.
B
Hij zorgt dat hij een vetlaag krijgt.
C
Hij doet niets speciaals.
D
Hij zoekt een vrouwtje.

Slide 14 - Quiz

Waarom eet een egel zich helemaal vol in de herfst?
A
Dat is voor de winter.
B
Dat is het eten voor in de winter.
C
Als hij slaapt gebruikt de egel het vet.
D
Hij gebruikt de vetlaag in de winter, als hij slaapt.

Slide 15 - Quiz

Wat is de normale lichaamstemperatuur van een egel?
A
Ongeveer 40 graden
B
Ongeveer 36 graden
C
Ongeveer 30 graden
D
Ongeveer 20 graden

Slide 16 - Quiz

Wat gebeurt er met de lichaamstemperatuur van de egel in de winter?
A
Gaat omhoog
B
Gaat heel erg omlaag
C
Daalt naar 5 graden
D
Stijgt naar 36 graden

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er in de winter nog meer in het lichaam van de egel?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

LEEFOMGEVING
Lees het  stukje onder leefomgeving en nesten. 
Maak dan de volgende vragen.

Slide 20 - Diapositive

Een egel woont in een hol.
Wat maakt hij in dat hol?
A
Een huis
B
Een tent
C
Een kuil
D
Een nest

Slide 21 - Quiz

Waarmee bedekt de egel zijn nest?
A
Bladeren, gras, mos en planten
B
bladeren
C
mos
D
planten

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Verdediging.
Lees het stukje onder VERDEDIGING. 
Zoek woorden op die je niet snapt. 
Maak de volgende opdrachten.

Slide 24 - Diapositive

Wat hebben egels op hun rug?
A
Stekels
B
Pennen
C
Satéprikkers
D
Stokjes

Slide 25 - Quiz

Wat doet een egel als er gevaar is?

Slide 26 - Question ouverte

De stekels helpen goed tegen vijanden. Toch gaan er veel egels dood. Hoe kan dat?

Slide 27 - Question ouverte

HULP
Lees het stukje: HULP VOOR EGELS.
Zoek woorden op die je niet snapt. Maak de volgende vraag.

Slide 28 - Diapositive

Waarom mag je een egel niet doden?
A
Het is een leuk dier.
B
Hij is te klein.
C
Er zijn te weinig egels.
D
Hij is beschermd.

Slide 29 - Quiz

Wat betekent BESCHERMD dier?

Slide 30 - Question ouverte