Voeding 2.1, 2.2 en 2.5 en 2.6

MENS & NATUUR



Gezonde Voeding
Voeding      Energie
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

MENS & NATUUR



Gezonde Voeding
Voeding      Energie

Slide 1 - Diapositive

Doe ik het goed?
Controleer of jij bij bent:
Heb je 2.1, 2.2 en 2.5, 2.6 en 2.7 nagekeken?
En alles op groen? Test je zelf 2.1, 2.2, 2.5, 2.6 en 2.7

Slide 2 - Diapositive

Even opfrissen 
Wat weet jij nog van 
2.1 voedingsmiddelen
2.2 voedingsstoffen en 
2.5 gezonde voeding
2.6 conserveren

Slide 3 - Diapositive

Gezonde voeding
Voedingsmiddelen - alles wat je eet en drinkt
Voedingsstoffen - bruikbare bestanddelen in voeding
(4 functies en 6 voedingsstoffen kennen!)
Voedingsvezel - (geen voedingsstof!) belangrijk voor goede spijsvertering
conserveren - bewerken zodat voedsel langer houdbaar is

Slide 4 - Diapositive


Dit maakt voedingsstoffen
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Afvaleters

Slide 5 - Quiz

Wat is GEEN functie van voedingsstoffen?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Hulpstof
D
Reservestof

Slide 6 - Quiz

Deze voedingsstoffen zijn brandstoffen
A
Water en vitaminen
B
Koolhydraten, eiwitten en mineralen
C
Vetten, eiwitten en water
D
Alleen koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 7 - Quiz

Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines

Slide 8 - Quiz

Er zijn zes groepen voedingsstoffen.
Tot welke groep voedingsstoffen behoort het product uit de afbeelding?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Mineralen
D
Vetten

Slide 9 - Quiz


Zijn vetten voedingsstoffen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz


Zijn eiwitten voedingsstoffen?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Deze voedingsstoffen zijn bouwstoffen
A
Alle voedingsstoffen
B
Water, mineralen eiwitten en vitaminen
C
Koolhydraten, vetten eiwitten en vitaminen
D
Alleen koolhydraten en vetten

Slide 12 - Quiz

Voedingsvezels zijn voedingsstoffen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de 6 voedingsstoffen?

Slide 14 - Question ouverte

Zes groepen voedingsstoffen
Er bestaan zes soorten voedingsstoffen.

Deze  hebben allemaal één of meer functies in het lichaam.

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn de 4 functies van voedingsstoffen?

Slide 16 - Question ouverte

Vier functies van voedingsstoffen
Er zijn vier functies van voedingsstoffen.

  1. Brandstoffen; energie
  2. Bouwstoffen; groei en herstel
  3. Reservestoffen; opslag
  4. Beschermstoffen; zorgen dat je niet ziek wordt 

Slide 17 - Diapositive


Welke stoffen zorgen dat je NIET ziek wordt?
A
Bouwstoffen
B
Beschermstoffen
C
Brandstoffen
D
Reservestoffen

Slide 18 - Quiz

Welke voedingsstoffen houden je gezond? (beschermende stof)
A
Vetten
B
Vitamines
C
Mineralen
D
Koolhydraten

Slide 19 - Quiz

schijf van vijf
  •  schijf van vijf helpt je gevarieerd en gezond te eten
  • iedere dag moet je iets uit elk vak eten
  • hoe groter het vak, hoe meer je er van nodig bent

Slide 20 - Diapositive

Wat voor manier van conserveren is hier gebruikt?
A
Drogen
B
Verhitten
C
Koelen
D
Vacuüm verpakken

Slide 21 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 22 - Quiz

Welke conserverings-methode zie je hier?
A
Pasteuriseren
B
Drogen
C
Luchtdichtverpakken
D
Steriliseren

Slide 23 - Quiz

Wat wordt er bij conserveren dood gemaakt?
A
bacterien
B
micro - organismen
C
eten
D
drinken

Slide 24 - Quiz

Voedsel conserveren
Betekenis conserveren: Verduurzamen,  in goede conditie bewaren.
Omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt.
Manieren om te conserveren:
  1. Invriezen
  2. Pasteuriseren
  3. Steriliseren
  4. Vacuüm verpakken
  5. Drogen
  6. Toevoegen van conserveermiddelen

Slide 25 - Diapositive