Les 2 Financieel Thema - archiveren

Les 2 Financieel
Archiveren
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Thema FinancieelMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Les 2 Financieel
Archiveren

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
week 2: archiveren
week 3: begroten
2 weken vakantie 
week 4: coderen
week 5: projectadministratie
week 6: financiele administratie
week 7: kleine budgetten
week 8:  inhalen
week 9: escaperoom Pets Place

Slide 2 - Diapositive

Archiveren
is het duurzaam toegankelijk maken en houden van informatie. Zodat deze nu en in de toekomst bruikbaar is. Voor iedereen die het recht heeft om de informatie in te zien. Niet alle informatie wordt blijvend bewaard.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat betekent consequent?

Slide 10 - Diapositive

consequent zijn
dat je rechtlijnig vasthoudt aan iets dat je eerder gedaan hebt of besloten hebt (niet afwijken).

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Opdracht
1. Ga op achternaam staan: van A tot Z
2. Ga op voornaam staan: van Z tot A
3. Ga op schoenmaat staan: van groot naar klein
4. Ga op lengte staan: lang naar kort

Slide 25 - Diapositive

ORDENEN VAN DOCUMENTEN 
Documenten worden op verschillende manieren geordend.

Alfabetisch
Alfabetisch lexicografisch
Numeriek
Alfanumeriek
Chronologisch 




Slide 26 - Diapositive

Alfabetisch 
Sorteren op de eerste letter van het alfabet. A, B, C enzovoort.

Oplopend: is van A tot Z (Arend, Bernard, Corry)
Aflopend: is van Z naar A (Corry, Bernard, Arend) 

Slide 27 - Diapositive

Alfabetisch lexicografisch  
Wanneer bij het sorteren niet alleen naar de eerste, maar ook naar de volgende letters gekeken wordt om te sorteren, dan wordt dit alfabetisch lexicografisch sorteren genoemd. Daar hebben we 13 afspraken over gemaakt

 

Slide 28 - Diapositive

1.
Er is geen verschil in hoofdletters en kleine letters. 

Slide 29 - Diapositive

2. 
Namen van personen rangschik je allereerst op achternaam (dus niet op voorletter, voornaam of tussenvoegsel).
Martine van Berkum (Berkum, Martine, van)
R. van Dijk (Dijk, R., van)
Gerlien van ’t Hof (Hof, Gerlien, van ‘t)  

Slide 30 - Diapositive

3. 
Een korte naam gaat voor een langere naam met dezelfde beginletters.
H. Vis (Vis, H.)
A. Visch (Visch, A.)  

Slide 31 - Diapositive

4. 
Zijn de eerste letters van de achternamen gelijk, kijk dan naar de tweede letter. Daarna naar de derde, vierde letter enz., tot je een afwijkende letter vindt (zie alfabetisch lexicografisch).

K. Jans (Jans, K.)
A. Janse (Janse, A.)
U. Jansen (Jansen, U.)
D. Janssen (Janssen, D.)
D. Janszen (Janszen, D.) 




Slide 32 - Diapositive

5. 
Zijn de achternamen hetzelfde? Kijk dan naar de voorletters (voornamen).
C. Molen (Molen, C.)
J. Molen (Molen, J.)
K. Molen (Molen, K.)
Z. Molen (Molen, Z.)  

Slide 33 - Diapositive

6. 
Zijn de achternamen en de voorletters (voornamen) hetzelfde, kijk dan naar de tussenvoegsels. A. Top (Top, A.)

A. van Top (Top, A., van)
A. van den Top (Top, A., van den) 

Slide 34 - Diapositive

7. 
Bij een dubbele achternaam wordt gesorteerd op de eerste achternaam. W. van der Wilden – Aalbers wordt gerangschikt onder de letter W. 

Slide 35 - Diapositive

8.
Staan er punten, haakjes, accenttekens, afkappingstekens (‘) in de naam? Dan moet je hiermee geen rekening houden.
O’Brien wordt Obrien
O’Connell wordt Oconnell 

Slide 36 - Diapositive

9.
Voor voorvoegsels met afkappingstekens (l’, d’, s’, t’, of ‘t) gelden andere regels. Deze tekens lezen we bij het alfabetiseren niet aan de achternaam vast.
M. d’Hond wordt gerangschikt onder Hond
L. ’t Hart onder Hart 

Slide 37 - Diapositive

10.
Voor de Engelse namen met Mac en Fits geldt, omdat ze verschillend geschreven kunnen worden: staat Mac of Fitz los van de naam, dan lezen alsof dit aan de naam is vast geschreven. Mac Cloud wordt MacCloud

Fitz Gerald wordt FitzGerald 

Slide 38 - Diapositive

11.
Is Mac afgekort tot M’ of Mc dan lezen alsof dit deel voluit geschreven is.
mcDonald wordt Macdonald. 

Slide 39 - Diapositive

12.
 De ‘ij’ wordt (op basis van de eerste letter i) geplaatst tussen de letters ‘h’ en ‘j’.

Slide 40 - Diapositive

13.
De ‘y’ wordt geplaatst tussen de letters ‘x’ en ‘z’.

Slide 41 - Diapositive

Sorteerregels voor bedrijfsnamen 
In bedrijfsnamen zie je vaak persoonsnamen, maar ook specifiek zakelijke eigennamen. (Dat is een door het bedrijf gekozen naam.)

1. Komt in een bedrijfsnaam een persoonsnaam of een zakelijke eigennaam voor, dan sorteer je op deze naam. (Voor een persoonsnaam gelden de Algemene sorteerregels persoonsnamen).
2. Komt in een bedrijfsnaam meer dan 1 persoonsnaam of zakelijke eigennaam voor, dan sorteer je op de eerste persoonsnaam of eigennaam.  

Slide 42 - Diapositive

3. Sorteer niet op: lidwoorden (de, het, een) voorzetsels (van, op, in) juridische vorm van het bedrijf (BV, NV, Stichting enz.) soort bedrijf (Autohandel, Bank, Groothandel, Kapsalon enz.). Je kijkt hier wel naar als de persoonsnamen en eigennamen hetzelfde zijn!

4. Als een bedrijf voor zichzelf vaak een afkorting gebruikt, sorteer dan op deze afkorting.
H&M (Hennes en Maurits)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
5. Staat er geen persoonsnaam of zakelijke eigennaam, dan sorteer je op het kenmerkende deel van de naam. Dat is dat deel waarmee het bedrijf zichzelf het duidelijkst omschrijft. Dit Is soms heel moeilijk te vinden! Pas daarom eerst regel drie toe, streep weg wat je niet nodig hebt.
6. Getallen en afkortingen lezen alsof ze voluit geschreven zijn.
50+ wordt vijftigplus
C&A wordt C en A.
 



Slide 43 - Diapositive

Numeriek
Numeriek rangschikken is rangschikken op cijfers. Dit kan zowel oplopend (van laag naar hoog) als aflopend (van hoog naar laag) zijn.

1
2
3
4
1008
994
734
254
103 








Slide 44 - Diapositive

Bij data werkt het als volgt.

Eerst sorteer je de jaren in de goede volgorde (van laag naar hoog). Vervolgens sorteer je de maanden in de goede volgorde (van laag naar hoog).
Tot slot sorteer je de dagen (van laag naar hoog).
10 maart 2016
8 juni 2017
12 september 2017
13 september 2017 







Slide 45 - Diapositive

Alfanumeriek 
Alfanumeriek rangschikken is rangschikken met letters en cijfers. Als je gaat rangschikken, kijk je eerst naar de letters en daarna naar de nummers. Leg dus eerst de letters op de juiste volgorde en vervolgens leg je het per letter op nummervolgorde. Het sorteren kan zowel oplopend (van laag naar hoog) als aflopend (van hoog naar laag) zijn.

A14
A18
B01
B13
S11
S17
S32
Z98
Z66
X42
X04
Q99
Q35
M99 















Slide 46 - Diapositive

Chronologisch 
Chronologisch rangschikken is rangschikken op tijd, uren, dagen, weken, maanden,

seizoenen enz. Je legt eerst de uren op volgorde en kijkt bij dezelfde uren vervolgens naar de minuten.
12.45 uur
13.27 uur
13.33 uur
19.22 uur 




Slide 47 - Diapositive