Laatste les biobox - pizza en quiz

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
voorraadbeheerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
Herhaling biobox d.m.v. quiz
herhaling
Pizza maken
Corvee
Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Je kunt uitleggen wat biologische voeding is
Je kunt uitleggen wat persoonlijke hygiene is
Je kunt uitleggen wat de NVWA doet
Je kunt uitleggen wat HACCP is en waarom dat zo belangrijk is
Je kunt onhygiënisch en onveilige situaties herkennen
Je kunt uitleggen wat track en trace is
Je kunt uitleggen wat emulgeren is

Slide 3 - Diapositive

Wat is een HACCP plan?
A
Een plan met kritische punten van hygiëne en veiligheid
B
Een schoonmaakplan
C
Een plan met grondstof bewerkingen

Slide 4 - Quiz

Noem 3 voorbeelden van persoonlijke hygiëne

Slide 5 - Question ouverte

Wie controleert of een bedrijf zich aan de regels houdt?
A
NWVA
B
Voedingscentrum
C
Politie
D
Onderwijsinspectie

Slide 6 - Quiz

Een emulgator is
A
Een stof die zorgt voor smaak
B
Een stof die zorgt dat mayonaise wit is
C
Een stof die zorgt dat twee stoffen kunnen mengen

Slide 7 - Quiz

Waarop controleert de NVWA
A
Of het voedsel op de juiste manier vervoerd is
B
Of je alle hygiëne regels naleeft
C
Of dieren een prettig leven hebben gehad
D
Of de etiketten wel juist zijn

Slide 8 - Quiz

Wat betekent gepasteuriseerde melk?
A
Melk verhit tot 100 graden
B
Melk uit de vriezer
C
Melk verhit tot 80 graden

Slide 9 - Quiz

Waarom worden producten gepasteuriseerd?
A
Om bacteriën te doden
B
Om producten meer smaak te geven

Slide 10 - Quiz

Een tenminste houdbaar tot datum vind je op producten als ...
A
verse vis, gesneden sla en kipfilet
B
Vers vlees, pasta, brood
C
Chips, pasta, rijst
D
Azijn, kauwgom, zalmfilet

Slide 11 - Quiz

Leg uit wat biologisch is

Slide 12 - Question ouverte

Wat controleert de voedsel & warenautoriteit

Slide 13 - Question ouverte

Noem de 6 voedingsstoffen

Slide 14 - Question ouverte

Wat is een track en trace code?
A
Een code om te zien waar het product vandaan komt
B
Een code op voedingsetiket
C
Een telefoonnummer van een leuk meisje

Slide 15 - Quiz

Wat betekent resistent
A
Dat je lichaam er tegen kunt
B
Een fietslampje
C
Overgevoelig voor medicijnen

Slide 16 - Quiz

Wat staat er in een stroomschema?
A
De samenstelling van een product
B
Alle stappen van het productieproces
C
De namen en de taken van de medewerkers

Slide 17 - Quiz

Wat zijn micro organismen?
A
Bacteriën
B
Bacteriën en schimmels
C
Bacteriën en muggen
D
Bacteriën, schimmels en gisten

Slide 18 - Quiz

Wat meet je met een refractometer?
A
De zuurgraad
B
Het suikergehalte

Slide 19 - Quiz

Wat zit er het meest in tomatenketchup?
(zie hiernaast)
A
Water
B
Tomatenpuree
C
Suiker
D
Aroma

Slide 20 - Quiz

Je hebt rijst gekookt. De helft verwerk je in een product. De rest bewaar je.

Wat zet je op de codeersticker?
A
De kooktijd van de rijst
B
De datum waarop je de rijst hebt gemaakt
C
De voedingsstoffen in de rijst

Slide 21 - Quiz

Aan de slag

Slide 22 - Diapositive