Rekenen afstand en tijd leerjaar 2

Domein 3 
Meten en meetkunde 
Tijd en snelheid.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Domein 3 
Meten en meetkunde 
Tijd en snelheid.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dagen heeft een jaar?
A
365
B
356
C
355
D
367

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1 eeuw is 100.....
A
maanden
B
dagen
C
jaren
D
kwartalen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1 kwartaal is 13 weken of 3 ........
A
jaar
B
maanden
C
dagen
D
weken

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

0,8 uur is hetzelfde als... minuten
A
48
B
40
C
80
D
30

Slide 5 - Quiz

0,8 x 60 = 48
4,5 uur is ... minuten
A
270
B
250
C
450
D
290

Slide 6 - Quiz

4 x 60 = 240 = 30 = 270
Eenheden van tijd
1 millennium = 1.000 jaren
1 eeuw        = 100 jaren
1 jaar         = 4 kwartalen
1 jaar         = 12 maanden
1 jaar         = 52 weken
1 jaar         = 365 of 366 dagen
1 kwartaal   = 3 maanden
1 kwartaal   = 13 weken
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 dag = 1 etmaal
1 uur = 60 minuten
1 uur = 4 kwartieren
1 kwartier = 15 minuten
1 minuut = 60 seconden
1 uur = 3.600 seconden

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met tijd
Bij rekenen met tijd moet je goed opletten.

2,45 uren is niet 2 uren en 45 min.
2,45 uren is 2 uren en 0,45 x 60 min = 2 uren en 27 min.

Zo is 3,6 jaren: 3 jaren en 0,6 x 365 = 3 jaren en 219 dagen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sepp vertrekt om 10.37 uur met de trein uit Groningen.
Om 14.05 uur komt hij in Eindhoven aan.

Hoe lang duurt de treinreis?
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

23 + 3 uur + 5 = 3 uur en 28 min

Slide 10 - Vidéo

https://youtu.be/EomajajWxVo
Afstand
9 km
9 : 45 x 60 = 
12 km
Tijd
45 min
1 min
1 uur = 
60 min 
Afstand
1400 km
1400 : 60 x 30 = 
700 km
Tijd
1 uur = 
60 min 
1 min
30 min

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

515,4 : 145 x 60 = 213,3 km/u
Afstand
515,4 km
?
Tijd
145 min 
   1 min
60  min

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Myrthe fietst 145 min. met een gemiddelde snelheid van 22 km/u.
Hoeveel kilometer heeft Myrthe gefietst?
Rond het antwoord af op 1 decimaal.
timer
3:00

Slide 13 - Question ouverte

53,2 km (22 : 60 x 145 = 53,1666= 53,2)
3600 seconden in een uur
1000 meter in een kilometer
Dus  15 m/s is  54 km/u  (15 x 3,6)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij legt 100 m af in 14,82 s. Wat was zijn gemiddelde snelheid in kilometer per uur? Rond af op 1 decimaal.
timer
3:00

Slide 15 - Question ouverte

100 : 14,82 x 1 = 6,7476... m/s x 3,6 = 24,3 km/u
Logisch? 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We hebben honderdsten van een seconde

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Startrekenen Online Domein 3
Opgaven tijd en snelheid
En alles ervoor! 



Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions