Domein 3 Hoofdstuk 11 (tijd en snelheid) leerjaar 1

Domein 3
 Tijd en Snelheid
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Domein 3
 Tijd en Snelheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoeveel jaar bestaat een millennium?
A
10 jaar
B
100 jaar
C
1000 jaar

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoeveel dagen bestaat een jaar?
A
363 of 364
B
364 of 365
C
365 of 366
D
366 of 367

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoeveel maanden bestaat een kwartaal?
A
2 maanden
B
3 maanden
C
4 maanden
D
6 maanden

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoeveel seconden bestaat een uur?
A
60
B
3600
C
360
D
100

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eenheden van tijd

1 millennium = 1.000 jaren
1 eeuw        = 100 jaren
1 jaar         = 4 kwartalen
1 jaar         = 12 maanden
1 jaar         = 52 weken
1 jaar         = 365 of 366 dagen
1 kwartaal   = 3 maanden
1 kwartaal   = 13 weken
1 maand = 4 weken
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 dag = 1 etmaal
1 uur = 60 minuten
1 kwartier = 15 minuten
1 minuut = 60 seconden
1 uur = 3.600 seconden

Slide 6 - Diapositive

Schrikkeljaar is deelbaar door 4. En dan heeft februari 29 dagen
Rekenen met tijd
Bij rekenen met tijd moet je goed opletten.

2,45 uren is niet 2 uren en 45 min.
2,45 uren is 2 uren en 0,45 x 60 min = 2 uren en 27 min.

Zo is 3,6 jaren: 3 jaren en 0,6 x 365 = 3 jaren en 219 dagen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We hebben honderdsten van een seconde

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Afstand
9 km
? = 9 : 45 x 60 = 
12 km
Tijd
45 min
1 min
1 uur = 
60 min 
Voorbeeld 1. 

Tips: 
altijd omrekenen naar dezelfde eenheid 
altijd eerst terug naar 1 (min)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afstand
1400 km
?= 1400 : 60 x 30 =
700 km
Tijd
1 uur = 
60 min 
1 min
30 min
Voorbeeld 2. 

Tips: 
altijd eerst omrekenen naar dezelfde eenheid 
altijd eerst terug naar 1 (min) 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

515,4 : 145 x 60 = 213,3 km/u

Afstand
515,4 km
?
Tijd
145 min 
   1 min
60  min
Tips: 
eerst omrekenen naar dezelfde eenheid
altijd eerst terug naar 1 (min)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3600 seconden in een uur
1000 meter in een kilometer
Dus  15 m/s is bijvoorbeeld 54 km/u  (15 x 3,6)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Logisch? 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions