Stunde 4 (Thema Essen + Verben mit t/d im Stamm)

Coronawoche 5
Doel van de les: 
1. Je kunt een video over de Schulkantine in Duitsland begrijpen en je kunt vertellen wat Duitse kinderen op school allemaal kunnen eten. 
2. Je weet welke werkwoorden naast hun gewone uitgang nog een extra -e krijgen.  


Opbouw van de les: 
Je herhaalt de uitgangen van de werkwoorden. Dan leer je een uitzondering. Daarna ga je naar Neue Kontakte en maak je grammaticaopdrachten over de werkwoorden en kijk- luister- en leesopdrachten over het thema "eten". 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, je werkboek, de online versie van ons boek  
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Coronawoche 5
Doel van de les: 
1. Je kunt een video over de Schulkantine in Duitsland begrijpen en je kunt vertellen wat Duitse kinderen op school allemaal kunnen eten. 
2. Je weet welke werkwoorden naast hun gewone uitgang nog een extra -e krijgen.  


Opbouw van de les: 
Je herhaalt de uitgangen van de werkwoorden. Dan leer je een uitzondering. Daarna ga je naar Neue Kontakte en maak je grammaticaopdrachten over de werkwoorden en kijk- luister- en leesopdrachten over het thema "eten". 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, je werkboek, de online versie van ons boek  

Slide 1 - Diapositive

Wiederholung
Je herhaalt nu de uitgangen van de werkwoorden en je krijgt quizvragen erover op de volgende slides. 

Weet je de uitgangen niet meer? Bekijk dan eerst de uitleg op pagina 139 van je werkboek (De vervoeging van het werkwoord in de tegenwoordige tijd). 

Slide 2 - Diapositive

schwimmen
--> Olaf .... jeden Morgen.
A
schwimmt
B
schwimt
C
schwimme
D
schwime

Slide 3 - Quiz

fahren
--> Ich ... heute nicht mit.
A
fahr
B
fahre
C
fahrt
D
fahren

Slide 4 - Quiz

benutzen
--> Wie oft ... ihr das Handy?
A
benutzen
B
benutze
C
benutz
D
benutzt

Slide 5 - Quiz

heißen
--> Wie ... du?
A
heißt
B
heißst
C
heiße
D
heißen

Slide 6 - Quiz

De uitgangen van de werkwoorden
Kon je de quizvragen goed beantwoorden? Kijk dan de video op de volgende slide vanaf 2:15 minuten. 

Kon je de quizvragen niet goed beantwoorden? Kijk dan de hele video op de volgende slide. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Person
wohnen
reden
ich
wohn e
red e
du
wohn st
red est
er/sie/es
wohn t
red et
wir
wohn en
red en
ihr
wohn t
red et
sie/Sie
wohn en
red en

Slide 9 - Diapositive

Bij een werkwoord (ott) met stam op
-d of -t voeg ik een -e toe vóór de uitgangen bij:
A
ich, du, ihr
B
du, er/sie/es, ihr

Slide 10 - Quiz

Een extra -e
Als de stam van een werkwoord eindigt op -t of -d, krijg je bij de uitgangen van du, er/sie/es/man en ihr een extra -e. Bijvoorbeeld: du antwortest

De regel geldt ook voor de werkwoorden öffnen, atmen, regnen, zeichnen en rechnen
--> du öffnest, er atmet, es regnet, ihr zeichnet, sie rechnet

Slide 11 - Diapositive

Üben, üben, üben 
Jetzt übst du die neue Regel! 
Mache auf Neue Kontakte online, Kapitel 3 die folgenden Aufgaben: 
- C Grammatik, Aufgabe 3 + 5 + 6
--> Achte darauf, dass du mindstens 70% richtig (=juist) hast. 
--> Lies die Grammatik im Arbeitsbuch, Seite 210. 

Slide 12 - Diapositive

Thema: Essen!! 
Mache in Kapitel 3 die folgenden Aufgaben:
- A Hören und Sehen Aufgabe 1
- B Lesen Aufgabe 2

Hausaufgabe: Lerne C Grammatik auf Seite 210 im Arbeitsbuch. Mache eine neue Aufgabe im Deutsch-Wettbewerb (siehe Drive).  

Slide 13 - Diapositive