V3X SK NOVA katern les 7 - 3.2 Reactiesnelheid (les)

NOVA katern 
Paragraaf 3.2

Les 7 : Reactiesnelheid


Nodig: schrift en rekenmachine 
VWO
inlogcode Lesson-up: nxldp
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

NOVA katern 
Paragraaf 3.2

Les 7 : Reactiesnelheid


Nodig: schrift en rekenmachine 
VWO
inlogcode Lesson-up: nxldp

Slide 1 - Diapositive

Practicum reactiesnelheid
Dit practicum kun je thuis zelf uitvoeren.

Slide 2 - Diapositive

De snelheid van reacties
De reactiesnelheid is:
  •  de hoeveelheid beginstof die per seconde verdwijnt 
    of
  • de hoeveelheid reactieproduct die per seconde wordt gevormd

Slide 3 - Diapositive

5 factoren die van invloed zijn op de reactiesnelheid:
  • Concentratie
  • Verdelingsgraad
  • aanwezigheid van een Katalysator
  • Soort stof 
  • Temperatuur

Slide 4 - Diapositive

Verklaring op micro-niveau
We gaan nu op deeltjes niveau verklaren waarom
 de 5 factoren  invloed hebben op de reactiesnelheid.

Daarvoor maken we gebruik van het botsende-deeltjes model


Slide 5 - Diapositive

Botsende-deeltjes model
Moleculen zijn voortdurend in beweging en botsen tegen elkaar.
Als de moleculen met de juiste snelheid en in de juiste richting tegen elkaar botsen:
  • worden de bindingen tussen de atomen in de moleculen verbroken
  • kunnen de atomen nieuwe bindingen vormen
  • er ontstaan nieuwe moleculen

Slide 6 - Diapositive

Een effectieve botsing
een botsing waarbij nieuwe moleculen ontstaan.
Als de moleculen te weinig snelheid hebben of niet in de juiste richting botsen dan blijven de moleculen intact. 
(= niet-effectieve botsing)

Slide 7 - Diapositive

Welke afbeelding geeft een effectieve botsing weer?
A
B
C

Slide 8 - Quiz

Reactiesnelheid
Hoe meer effectieve botsingen er per seconde plaats vinden, hoe sneller de reactie verloopt.

Met dit botsende-deeltjes model gaan we de invloed van de 5 factoren verklaren.

Slide 9 - Diapositive

Concentratie
(aantal gram stof per liter)

Slide 10 - Diapositive

lagere concentratie
hogere concentratie -> meer deeltjes aanwezig per liter -> meer effectieve botsingen per seconde

Slide 11 - Diapositive

Verdelingsgraad
(hoe fijn een stof is verdeeld)

Slide 12 - Diapositive

Vergelijk het oppervlak in de verschillende situaties

Slide 13 - Diapositive

Verdelingsgraad
Bij een chemische reactie met twee of meer beginstoffen is het belangrijk dat de stoffen goed met elkaar in contact komen.

fijner verdeelde stof --> grotere verdelingsgraad
--> groter contactoppervlak 
Hoe groter het contactoppervlak, hoe meer effectieve botsingen er per seconde kunnen plaatsvinden.

Slide 14 - Diapositive

 Katalysator
Bekijk het filmpje op de volgende dia en beantwoord daarna 3 vragen.

Slide 15 - Diapositive

 Katalysator

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Met welk model kan je de werking van een katalysator uitleggen?
A
energie diagram
B
botsende-deeltjes model

Slide 18 - Quiz

Soort stof
Stoffen die op elkaar lijken (bijvoorbeeld metalen) kunnen met een verschillende snelheid reageren.


Slide 19 - Diapositive

Als je het metaal magnesium verhit met een brander verbrandt het snel met fel wit licht.
Het metaal ijzer verbrandt niet als je het verhit met een brander, maar gloeit alleen.

Slide 20 - Diapositive

Temperatuur

Slide 21 - Diapositive

lagere temperatuur
hogere temperatuur -> de deeltjes bewegen sneller -> botsen vaker -> meer effectieve botsingen per seconde

Slide 22 - Diapositive

lagere temperatuur
hogere temperatuur -> de deeltjes bewegen sneller -> botsen harder -> meer effectieve botsingen per seconde

Slide 23 - Diapositive

Temperatuur
Vuistregel:
--> bij een verhoging van de temperatuur met 10 graden Celcius --> wordt de reactiesnelheid 2x zo groot.

Slide 24 - Diapositive

Leren uit de katern: blz 99 t/m 101
 

in de volgende dia ga je verder met de evaluatie.



Slide 25 - Diapositive

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 26 - Question ouverte

Schrijf één of twee dingen op die je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Question ouverte

EINDE

Slide 28 - Diapositive