DE 3W'S | Les 3 De Wat

• Drama
• MBO
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3
• Studiejaar 1

DE 3W'S | LES 3

De WAT

OPWARMER | NAMENBAL

Onze afspraken tijdens drama

• Telefoons weg (in je kluisje of tas).
• Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
• Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
• Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
• Heb respect voor elkaar.

Heeft de docent een hand omhoog? = wees stil en luister naar de uitleg.

Bespreek kort de regels van drama.

Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.

Wat gaan we deze les doen?

• Leren over de Wat en hoe je dit duidelijk maakt in spel.
• Scènes maken en spelen met de 3W's en een conflict.

Warming-Up: Doen met doelen

Warming-Up: Doen met doelen

- Je krijgt een handeling. Beeldt de handeling uit. 

- Je krijgt een doel bij de handeling. Dit zorgt voor een andere manier van uitbeelden.

Warming-Up: Doen met doelen

• Lees een boek.
• Omdat het zo spannend is dat je niet kan stoppen.
• Omdat je bij de tandarts wacht en je je verveeld.
• Omdat je morgen een belangrijke toets hebt.
• Omdat je zoekt naar die ene pagina waar je een €10,- briefje verstopt had.

Speloefening: De Wachtkamer.

Speloefening: De Wachtkamer.

1. Bedenk voor jezelf waarom jij in de wachtkamer zit (bijvoorbeeld bij de huisarts, dokter, tandarts of therapeut). 
2. Loop om de speelvloer heen en komt binnen door de "deur". Neem plaats in de wachtkamer en wacht op je beurt.
3. Blijf spelen zonder tekst (boekje lezen, telefoneren, decor bewonderen, etc).
4. Als je aan de beurt bent ga je door de andere "deur" en ga je terug in het publiek zitten.

Werken met doelen

Voorbeeld: De bloemkool scène.

Werken met doelen

Voorbeeld: De bloemkool scène.

Wat zorgt voor een conflict?

Werken met doelen

• Het hebben van een doel (wat wil ik?) geeft je veel spelmogelijkheid. 

• Zonder doel ontstaan er geen problemen (wordt de doel behaald of niet?).

• Maak je doel altijd belangrijk voor jezelf.
  

Spelopdracht: Scène spelen met een conflict.

Spelopdracht: Scène spelen met een conflict.

• Bedenk een conflict bij de 3 W's.
  
• Geef je personage een doel, wat wil je bereiken in de scène en hoe doe je dat?
  
• Zorg ervoor dat de doelen tegenstrijdig zijn.

Spelopdracht: Scène spelen met een conflict.

• Bedenk een conflict bij de 3 W's.
• Geef je personage een doel, wat wil je bereiken in de scène en hoe doe je dat?
• Zorg ervoor dat de doelen tegenstrijdig zijn.

Bij het presenteren letten wij op:

- Waar speelde het zich af?

- Wie zaten in de scène?

- Wat was de situatie?

- Waarom ontstond er een conflict?

OPWARMER | NAMENBAL

Afronding les 3      

Wat kan helpen bij het duidelijk spelen van de Wat? 

• Het hebben van een doel (waarom).+

OPWARMER | NAMENBAL

Afronding les 3

Wat kan helpen bij het duidelijk spelen van de Wat?

• Het hebben van een doel (waarom).

Ga staan bij goed, blijf zitten bij fout:

• Een doel maakt het ontstaan van een probleem en/of conflict makkelijker.