Accenten en leestekens 3V

Spelling H5
Accenten

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Spelling H5
Accenten

Slide 1 - Diapositive

Zijn er vragen?

Slide 2 - Question ouverte

  • Neem je boek p. 216 - 5.8
  • Neem ook je schrift klaar.

Slide 3 - Diapositive

klemtoonteken
-
Als je op een woord de nadruk wilt leggen: 

 ->Dit is echt dé oplossing!
-> Ik heb nog nooit een één gekregen voor een toets.
-> Ik heb dat écht niet gedaan.

Slide 4 - Diapositive

Theorie: Accenten
Een accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt.

Wij gebruiken drie accenttekens in Nederland:
- accent aigu (streepje naar rechts): cliché
- accent grave (streepje naar links): barrière
- accent circonflexe (dakje): enquête
- cedile (komma onder letter): Curaçao

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Is zestien ampere/ampère genoeg?
A
ampere
B
ampère

Slide 7 - Quiz

Haar acné/acne/acnee is soms erg opvallend.
A
acné
B
acne
C
acnee

Slide 8 - Quiz

Hij wilde per se/persé naar de film.
A
per se
B
persé

Slide 9 - Quiz

De enquete/enquête is door de leerlingen opgesteld.
A
enquete
B
enquête

Slide 10 - Quiz

Voilà/voila, daarmee is de les nu volbracht.
A
Voilà
B
Voila

Slide 11 - Quiz

Oké/oke/okee, daar kan ik me nu wel bij neerleggen.
A
Oké
B
oke
C
okee

Slide 12 - Quiz

Maak nu opdracht 4 op p. 217. Je krijgt 5 minuten.

Slide 13 - Diapositive

Welke nummers waren fout?

Slide 14 - Question ouverte

1 opticien
4 Beter af mét werk.
5 acne
7 rösti
8 per se
12 depot
14 garçon

Slide 15 - Diapositive

Leestekens
  1. Bekijk de theorie op p. 214-215 goed.
  2. Puntkomma gebruiken we liever niet.
  3. Je maakt opdracht 5 van pagina 217. Schrijf de tekst volledig over en plaats de juiste tekens.

Slide 16 - Diapositive

Maak een foto van je schrift van opdracht 5. Drop hem hier.

Slide 17 - Question ouverte

‘Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met je carrière’, zei Joris tegen zijn klasgenoten. Hij heeft natuurlijk makkelijk praten: zelf werkt hij al sinds zijn dertiende in het bedrijf van zijn vader, een groot zakenman. Eerst verkocht hij koffie in treincoupés; inmiddels helpt hij mee op kantoor. 

Slide 18 - Diapositive

Daar doet hij van alles: dossiers ordenen, telefoon aannemen, afspraken inplannen, enzovoort. Zo doet hij alvast ervaring op voor als hij straks Bedrijfskunde gaat studeren.

Slide 19 - Diapositive