1.5

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 21

Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je de PV, het hele werkwoord en het voltooid deelwoord herkennen in een zin. 

Slide 3 - Diapositive

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 7 + 9 op blz. 21 t/m 23.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Diapositive

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Diapositive

Noteer het voltooid deelwoord van:
doen

Slide 6 - Question ouverte

Noteer het hele werkwoord van:
slaap

Slide 7 - Question ouverte

Noteer het hele werkwoord + voltooid deelwoord van:
zet

Slide 8 - Question ouverte

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 7 + 8 op blz. 21 t/m 22.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Diapositive

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia's.

Slide 10 - Diapositive

Vormen van een werkwoord (1)
Er zijn meerdere werkwoordsvormen:

- persoonsvorm;
- hele werkwoord;
- voltooid deelwoord.

Slide 11 - Diapositive

Werkwoordsvormen (2)
- staat er in een zin één werkwoord, dan is dat automatisch de persoonsvorm;
- staan er meer werkwoorden in de zin, dan weet je dankzij de tijdproef welke de persoonsvorm is;
- voor de overige werkwoorden geldt: het is een voltooid deelwoord en/of een heel werkwoord.

Slide 12 - Diapositive

Persoonsvorm
- een werkwoord heeft verschillende persoonsvormen. Het past zich aan, aan wie of wat het doet;
- in iedere zin staat een persoonsvorm.
enkelvoud 1 ik                      meervoud 1 wij
                       2 jij                                            2 jullie
                       3 hij/zij/het                           3 zij

Slide 13 - Diapositive

Hele werkwoord
- dat eindigt op -en;
- gelijk aan de meervoudsvormen.

Voorbeelden: lopen, denken, zeggen, spelen, lachen.

 

Slide 14 - Diapositive

Voltooid deelwoord
- begint meestal met ge-, be- en ver-;
- eindigt op een -t, een -d of -en;
- dit is de werkwoordsvorm als er een persoonsvorm van de werkwoorden 'hebben', 'worden' of 'zijn' in de zin staat. 

Voorbeelden: gemaakt, verteld, gelachen.

Slide 15 - Diapositive

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 7 + 8 op 
blz. 21 + 22.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 8, zin a t/m c.

Slide 16 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 1.5, blz. 21 t/m 23, opdr. 7 + 9 --> Niemand
B: les 1.5, blz. 21 + 22, opdr. 7 + 8 --> namen lln
I: les 1.5, blz. 21 + 22, opdr. 7 + 8 --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 17 - Diapositive

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 18 - Diapositive

Het regent de hele dag.
Welke vorm van het werkwoord is regent?
A
PV
B
hele werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 19 - Quiz

Het heeft de hele dag geregend.
Welke vorm van het werkwoord is geregend?
A
PV
B
voltooid deelwoord
C
hele werkwoord

Slide 20 - Quiz

Noteer het hele werkwoord van:
maak

Slide 21 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord van:
maak

Slide 22 - Question ouverte

Ik kan de PV in een gegeven zin vinden.
010

Slide 23 - Sondage

Ik kan het hele werkwoord in een gegeven zin vinden.
010

Slide 24 - Sondage

Ik kan het voltooid deelwoord in een gegeven zin vinden.
010

Slide 25 - Sondage

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
1.5 opdracht 7 + 8 of 9

Toetsen: 
...
geen

Slide 26 - Diapositive

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 27 - Diapositive