EIGENSCHAPPEN VAN TONEN
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Wat zijn de gehoorgrenzen van de mens?
Slide 4 - Question ouverte
Hoge Toon
Lage Toon
Slide 5 - Question de remorquage
Trillingen lager dan 16 Hz noemen we ....... geluiden
Slide 6 - Question ouverte
Trillingen hoger dan 20.000 Hz noemen we ....... geluiden
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
De toonsterkte wordt bepaald door de ... van een trilling.
Slide 10 - Question ouverte
Op welke figuur werd de amplitude aangeduid?
A
B
C
Slide 11 - Quiz
Hoge toonsterkte
Lage toonsterkte
Slide 12 - Question de remorquage
Slide 13 - Diapositive
Wat bepaalt de klankkleur van een toon?
A
De frequentie van de toon
B
De vorm van het patroon in de y(t)-grafiek
C
Het volume van het geluid
D
De snelheid waarmee de toon gespeeld wordt
Slide 14 - Quiz
Welke van deze instrumenten zal waarschijnlijk de meest complexe y(t)-grafiek hebben?
A
Een stemvork
B
Een viool
C
Een piano
D
Een menselijke stem
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Wat gebeurt er met de frequentie van een toon als deze hoger klinkt?
A
De frequentie neemt af
B
De frequentie neemt toe
C
De frequentie blijft gelijk
Slide 17 - Quiz
Wat bepaalt de toonsterkte van een geluid?
A
De frequentie
B
De snelheid
C
De amplitude
Slide 18 - Quiz
Toonsterkte
Timbre
Toonhoogte
bepaald door de amplitude
bepaald door de vorm van het signaal
bepaald door de frequentie
Slide 19 - Question de remorquage
Hoe noem je geluid onder 16 Hz?
Slide 20 - Question ouverte
Welke eenheid wordt gebruikt voor frequentie?
