2. Hoe ons geheugen werkt: Inprenting, Korte termijn geheugen en Lange termijn geheugen

Hoe ons geheugen werkt: Inprenting, Korte termijn geheugen en Lange termijn geheugen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoe ons geheugen werkt: Inprenting, Korte termijn geheugen en Lange termijn geheugen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe inprenting, het korte termijn geheugen en het lange termijn geheugen werken.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over de werking van ons geheugen?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Inprenting
Inprenting is het proces waarbij informatie vanuit de zintuigen wordt opgenomen in het geheugen. Het is de eerste stap in het vormen van herinneringen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Korte termijn geheugen
Het korte termijn geheugen is het geheugen dat informatie tijdelijk vasthoudt. Het heeft een beperkte capaciteit en duurt slechts enkele seconden tot minuten.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Interactieve oefening: Korte termijn geheugen
Laat de leerlingen een lijst van 10 willekeurige woorden zien voor 1 minuut. Vraag hen om zoveel mogelijk woorden te onthouden en op te schrijven na de tijd.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boom  sieraad
 papier            bloemkool
meisje              wachtkamer
huis       zwembad
jeans           toets

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Boom  sieraad
 papier            bloemkool
meisje              wachtkamer
huis       zwembad
jeans           toets

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lange termijn geheugen
Het lange termijn geheugen is het geheugen dat informatie voor langere tijd opslaat. Het heeft een onbeperkte capaciteit en kan herinneringen van jaren geleden bevatten.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Interactieve oefening: Lange termijn geheugen
Vraag de leerlingen om een persoonlijke herinnering te delen en leg uit waarom ze die herinnering hebben opgeslagen in hun lange termijn geheugen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe informatie van korte termijn naar lange termijn geheugen gaat
Om informatie van het korte termijn geheugen naar het lange termijn geheugen over te brengen, moet het herhaaldelijk worden herhaald en betekenisvol worden verwerkt.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belang van herhaling en betekenisvolle verwerking
Herhaling zorgt ervoor dat informatie wordt versterkt en gemakkelijker toegankelijk wordt in het lange termijn geheugen. Betekenisvolle verwerking houdt in dat we de informatie koppelen aan bestaande kennis en ervaringen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
Inprenting is het proces van het opnemen van informatie in het geheugen. Het korte termijn geheugen houdt informatie tijdelijk vast, terwijl het lange termijn geheugen informatie voor langere tijd bewaart. Herhaling en betekenisvolle verwerking zijn belangrijk voor het overbrengen van informatie naar het lange termijn geheugen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.