Kerntaak 1 op naar LWP3

Kerntaak 1 richting LWP3

Wat wordt er verwacht van LWP 3?
Wat moet je kunnen en weten...?
Wat weten jullie allemaal al?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
B&LMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kerntaak 1 richting LWP3

Wat wordt er verwacht van LWP 3?
Wat moet je kunnen en weten...?
Wat weten jullie allemaal al?

Slide 1 - Diapositive

Wat moet er allemaal gebeuren in de voorbereiding voordat je lesgeeft?

Slide 2 - Question ouverte

Waar denk je aan
bij observeren?

Slide 3 - Carte mentale

Zet in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Observeren
Beginsituatie beschrijven
Lesvoorbereiding maken
Lesgeven
Lesdoel(len) formuleren

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is observeren?
  • Observeren: bewust en doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen
  • Waarnemen: het ontvangen van signalen uit je omgeving
  • Interpreteren: het betekenis geven aan waargenomen signalen

Slide 5 - Diapositive

Het stappenplan
  1. Bepaal het doel
  2. Bepaal het te observeren gedrag
  3. Kies een passende observatiemethode
  4. Kies eventuele hulpmiddelen
  5. Bepaal de observatiesituatie
  6. Kies een manier van rapporteren

Slide 6 - Diapositive

1. Bepaal het doel
Waarom doen we eigenlijk een observatie?

Wat hoop je dat het je oplevert?

Wat doe je met de gewonnen informatie?

Slide 7 - Diapositive

2. Bepaal het te observeren gedrag
Welk onderdeel ga je geven?

Daarbij wil je ook observeren maar naar welk gedrag ga je specifiek kijken?
  • Welke gedragsaspecten?
  • Waar kijk je specifiek naar?

Slide 8 - Diapositive

3. Kies een passende observatiemethode/hulpmiddel
Verschillende soorten observaties:
  • Kwalitatief
  • Kwantitatief
  • Event smapling
  • Test en meten







Slide 9 - Diapositive

4. Kies een passende observatiemethode
In de observatie richt jij je op één van de volgende gedragsaspecten:
• Motorisch
• Cognitief
• Sociaal affectief

Maak een keuzen in hoe je de observatie uitvoert:
• Participerend
• Niet participerend

Slide 10 - Diapositive

5. Bepaal de observatiesituatie
Hoe het gedrag is (motorisch/cognitief/sociaal affectief) heeft natuurlijk ook te maken met in welke situatie de kinderen bezig zijn.

Kunnen gooien en vangen is makkelijker in een oefensituatie dan in een wedstrijdje handbal...

Slide 11 - Diapositive

6. Kies een manier van rapporteren
Hoe zorg je ervoor dat je alles wat je waarneemt juist noteert tijdens het observeren?

Turven? Beschrijven? Categoriseren? 

Slide 12 - Diapositive

Wat beschrijf je allemaal in een begin situatie van de groep?

Slide 13 - Question ouverte

Motorisch gedrag
Cognitief gedrag
Sociaal-affectief gedrag
Kan een nieuwe tikker kiezen
Kan de bal 10 stuiteren
Kan nieuwe regel bedenken
Kan vrijlopen bij lummelen
Werkt samen in een tikspel
Kan met 2 benen tegelijk in de tramp. springen
Kan de bal gooien met techniek bovenhandse strekworp

Slide 14 - Question de remorquage

Beginsituatie
De beginsituatie wordt belangrijker en ook hoe die in beeld te krijgen.

Geschreven beginsituatie moet: 
  • gericht zijn op jou onderdeel
  • concreet geformuleerd
  • bij het juiste gedragsaspect 
  • (informatie bevatten uit de observatie)


 

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld om me te oefenen:
Een kijkkader maken:
Beschrijf 4 niveaus gericht op één
van de gedragsaspecten. 
Beschrijf het zo concreet 
mogelijk.

We nemen nu als voorbeeld:
wendsprong springen

Slide 16 - Diapositive

Beschrijf niveau 1 en 4 voor in het kijkkader gericht op wendsprong

Slide 17 - Question ouverte

Zet in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Observeren
Beginsituatie beschrijven
Lesvoorbereiding maken
Lesgeven
Lesdoel(len) formuleren

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is het doel van een observatie?

Slide 19 - Question ouverte

Op welk(e) gedragsaspecten kun je de observatie richten?

Slide 20 - Question ouverte

Waarom beschrijf je de observatiesituatie? (bij de uitwerking van je observatie)
A
Om te weten of het bij de doelgroep past
B
Dit heeft invloed op de uitkomsten
C
Om te bepalen of de observatie juist was
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 21 - Quiz

Waar moet de geschreven beginsituatie aan voldoend?

Slide 22 - Question ouverte