Thema 16 sociale media introductie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Woensdag 1 maart 2023

Goedemorgen V1a,

Welkom in de les!

Wat gaan we doen?

- een woordweb maken

- nieuwe woorden leren bij thema 16 (sociale media) 

- opdrachten in je boek maken

Heb je een vraag? Stel ze gerust!

Lesdoelen

Na de les - heb je nieuwe woorden geleerd die horen bij het 

                        thema "sociale media".

                     - kun je zinnen maken met die nieuwe woorden

Sociale media

De groepen en kleuren

Groep 1: Yannis-Destiny, Shahed-Gerrit, Ege-Gonzalo

Groep 2: Hala-Sinit, Dinar-Renad, Melat-Kama

Groep 3: Siem-Talha, Raha-Rafaela, 

Groep 4: voor alle leerlingen!

Groepen

Zo ziet het eruit. Kijk goed welke kleur de opdracht heeft en/of jouw naam erbij staat. Dat zie je links onder op de dia.

Werk samen met je maatje.

Woorden

Lees de uitleg van alle woorden.

Maak alleen de opdrachten van jouw kleur!

Ik ga nu de les met jullie delen.

Veel succes en plezier met de opdrachten!!

aarzelen

wachten voordat je iets doet, meestal omdat je

niet durft of niet kunt kiezen

Maak een zin met het woord
"aarzelen".

de achterkant

de kant die achter zit, de kant tegenover de

voorkant

Maak een zin met het woord
"de achterkant".

afschaffen

een einde maken aan een regel of gebruik

Maak een zin met het woord
"afschaffen".

alsof

dit woord gebruik je om te zeggen dat iets niet

zo is als het lijkt

Maak een zin met het woord
"alsof".

beantwoorden

een reactie geven op een vraag

een antwoord geven op een vraag

Maak een zin met het woord
"beantwoorden"

het bericht

dat wat je zegt of schrijft om iemand iets te laten weten, bijvoorbeeld met een telefoon of een brief of e-mail

Maak een zin met het woord
"het bericht".

compleet

volledig (We hebben een complete badkamer gekocht)

helemaal (Ik ben het compleet vergeten)

Maak een zin met het woord
"compleet".

waarschuwen

zeggen dat iets gevaarlijk is of dat je er nadeel

van zult hebben

Maak een zin met het woord
"waarschuwen".

schaatsen

over het ijs bewegen met een speciaal soort schoen

Maak een zin met het woord
"schaatsen".

de handicap

een toestand waardoor je een deel van je lichaam of je geest blijvend niet goed kunt gebruiken

Maak een zin met het woord
"de handicap".

de mobiel

de mobiele telefoon

Maak een zin met het woord
"de mobiel".

de eeuw

een periode van 100 jaar

Maak een zin met het woord
"de eeuw".

verbieden

zeggen dat iets niet mag

Maak een zin met het woord
"verbieden".

vermoeden

denken maar niet zeker weten

Maak een zin met het woord
"vermoeden".

gemeenschappelijk

samen

gezamenlijk

Maak een zin met het woord
"gemeenschappelijk".

verslaafd

niet kunnen stoppen

Je bent verslaafd AAN ........

Maak een zin met het woord
"verslaafd”.

de stage

het werk dat je doet om iets te leren, als

onderdeel van je opleiding

Maak een zin met het woord
"de stage".

beleefd

met goede manieren

Maak een zin met het woord
"beleefd".

Maak oefening 

1, 2 en 3 op bladzijde 

112 en 113 van je boek.

Werk samen!!!

BEN JE KLAAR?

Zet de woorden van bladzijde 112 in de juiste kolom.

Zet een kruisje voor de woorden die je al kent.

Gebruik het blaadje dat je van mij krijgt.

Noem minstens twee dingen die je hebt geleerd in deze les.

Noem een verbeterpunt voor deze les.