V2GrammH5

wwg
nwg
1 / 15
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

wwg
nwg

Slide 1 - Carte mentale

Vorige les
Verteltijd
Vertelde tijd
Chronologie

Slide 2 - Diapositive

Doelen
  1. Ik kan bijwoorden benoemen.
  2. Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen van elkaar onderscheiden.
  3. Ik kan in samengestelde zinnen van twee of meer delen een bijzin en een hoofdzin herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Bijwoord

Slide 4 - Carte mentale

Bijwoord
Het bijwoord:

- zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of over een ander bijwoord


Een bijwoord geeft vaak:

- een tijd aan

- een plaats aan

Slide 5 - Diapositive

Een bijwoord zegt iets over:
A
een werkwoord
B
een bijvoeglijk naamwoord
C
een bijwoord
D
een zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de BIJWOORDEN?
A
in, op, onder
B
gedurende, tijdens, te
C
heel, niet, snel
D
erg, wel, over

Slide 7 - Quiz

Wat is het bijwoord?

Ik heb altijd pech.
A
Ik
B
altijd
C
heb
D
pech

Slide 8 - Quiz

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.

Slide 9 - Diapositive

Een zin met 2 hoofdzinnen =
A
nevenschikkende zin
B
onderschikkende zin

Slide 10 - Quiz

Nevenschikkend voegwoord
Onderschikkend voegwoord
Maar
Omdat
Want
Of
Terwijl
En
Daarom
Mits

Slide 11 - Question de remorquage

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Ellen is zenuwachtig, omdat
Hoofdzin
Bijzin
ze nog nooit eerder heeft opgetreden. 
ze morgen naar de tandarts moet.

Slide 12 - Question de remorquage

Leestoets blok 3+4
2 juni 2021

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
Maken
Grammatica H5
Opdracht 2 + 4 + 5 + 6

Slide 14 - Diapositive

Doelen
  1. Ik kan bijwoorden benoemen.
  2. Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen van elkaar onderscheiden.
  3. Ik kan in samengestelde zinnen van twee of meer delen een bijzin en een hoofdzin herkennen.

Slide 15 - Diapositive