Keuze uur NE 15 december klas 1

Keuze uur NE 
Les 3  
Keuze uur NE 
Les 3 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Keuze uur NE 
Les 3  
Keuze uur NE 
Les 3 

Slide 1 - Diapositive

Deze les 
  • Wat weten jullie nog over de grammatica? 
  • Uitleg en oefenen 
  • Aan de slag in groepjes 

Slide 2 - Diapositive

''Volgende week gaan mama en papa op vakantie. '' - Wat is het onderwerp in deze zin?
A
Volgende week
B
gaan
C
mama en papa
D
op vakantie

Slide 3 - Quiz

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm in een zin?

Slide 4 - Question ouverte

Verdeel de volgende zin in zinsdeelstrepen: ''Vanaf volgende week hebben wij eindelijk kerstvakantie.''

Slide 5 - Question ouverte

Maak notities op papier als je moeite hebt met dit onderdeel. 

Slide 6 - Diapositive

De persoonsvorm (pv)
pv = géén persoon
pv = wél een werkwoord > iets wat je kan doen

Hoe vind je de pv in de zin? 
1. Vraagzin maken
2. In andere tijd zetten: t.t <> v.t. 

Volgende week zal onze klas een weekend op kamp gaan.
Zal volgende week onze klas een weekend op kamp gaan? 

Slide 7 - Diapositive

De persoonsvorm (pv)
Hoe vind je de pv in de zin? 
(1) Vraagzin maken
(2) In andere tijd zetten: t.t <> v.t. 

(1) Volgende week zal onze klas een weekend op kamp gaan.
Zal volgende week onze klas een weekend op kamp gaan? 

(2) Mijn hond ligt heel de dag te slapen. 
Mijn hond lag heel de dag te slapen. 

Slide 8 - Diapositive

Oefenen 
Wat is de pv in de onderstaande zinnen? 
1. Heb je al een bijbaantje voor de vakantie? 
2. Jij houdt van pretparken en attracties. 
3. De leerling komt niet op tijd. 
4. De oude telefoon deed het niet meer. 
5. Wij gaan niet graag naar school. 

Slide 9 - Diapositive

Zinsdelen
  • Een zin kun je opdelen in zinsdelen
  • Een zinsdeel bestaat uit 1 woord of meer woorden
  • Staan | tussen | strepen 

Voorbeeld van een zinsdeel: 
de persoonsvorm    -    het onderwerp

Slide 10 - Diapositive

Maar hoe zet je de zinsdeelstrepen? 
1. Onderstreep de pv en zet er een streep voor én achter. 
2. Kijk welke woord(en) je vóór de pv kunt zetten. Dit is dan 1 zinsdeel. 

Mandy wacht in het lokaal op haar moeder. 




Slide 11 - Diapositive

Benoem pv en zet zinsdeelstrepen: 'Overmorgen organiseren wij een groot feest voor haar.''

Slide 12 - Question ouverte

Benoem pv en zet zinsdeelstrepen:
1. De leraar gaf mij lachend een onvoldoende. 
2. Gisteren zag ik hem op de hoek van de Janstraat. 
3. De huisarts heeft een blindedarmontsteking geconstateerd.
4. De ouders van de volleybalsters kwamen de meiden ophalen.
5. Ik had haar graag een knuffel willen geven. 



Slide 13 - Diapositive

5 minuten pauze 

Slide 14 - Diapositive

Onderwerp 
Geeft aan WIE of WAT iets doet > 'hoofdrolspeler' van de zin

Het ow en de pv hebben altijd iets met elkaar te maken: 
  • Ze staan vaak naast elkaar: 'De keeper rende richting de bal.'
  • Pv + ow in enkelvoud: 'Dave schopte de bal naar Jamie.' 
  • Pv + ow in mv: 'Dave en Jamie maakten een doelpunt.' 

Slide 15 - Diapositive

Wat is het onderwerp? 
1. Hadden wij dat maar niet moeten doen. 
2. Mijn neefjes zijn volgende week jarig.
3. Het Houtens heeft ook een mondkapjesplicht. 
4. De schoolfeesten gaan dit jaar niet door. 

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
  • Maak in tweetallen de vragen op het blaadje. 
  • Na 10 minuten gaan we het klassikaal bespreken. 

Zachtjes overleggen met elkaar. 

Slide 17 - Diapositive