Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
1.4 In de tijd van pruiken en revoluties
Slide 1 - Diapositive
Welke elementen uit het schilderij verwijzen naar de Verlichting?
Slide 2 - Question ouverte
Leerdoelen
In deze paragraaf leer je welke opvattingen belangrijke denkers hadden over de relatie tussen staat en burgers.
In deze paragraaf leer je hoe vrijheidsrechten en politieke rechten werden ontwikkeld in de 18e eeuw.
Slide 3 - Diapositive
‘De boekhandel van de wereld. Drukkers, boekverkopers en lezers in de Gouden Eeuw’.
Slide 4 - Diapositive
Kritisch denken, Rationalisme
Waarde van de mens
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Hobbes
Volgens Thomas Hobbes (1588-1679 ) is de mens van nature slecht
Homo homini lupus ("De cive, 1651)
Er is een sterke leider nodig om de mens tegen zichzelf te beschermen
De vorst neemt de beslissingen anders ontstaat er chaos
Slide 8 - Diapositive
Godsdienstvrijheid en tolerantie.
Scheiding kerk en staat
Slide 9 - Diapositive
Rousseau (1712 - 1778)
De mens is van nature goed
Beschaving heeft gezorgd voor ongelijkheid
Gelijke rechten voor iedereen
Volksvergadering legt wil volk vast
Slide 10 - Diapositive
Lodewijk XIV, wat voor vorst?
Slide 11 - Diapositive
John Locke
Iemand die veel kritiek had op het absolutisme was John Locke (1632 - 1704)
Burgers regering afzetten indien onbekwaam.
Bij wie gebeurde dat?
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Montesquieu
De trias politica
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechtelijke macht
Slide 14 - Diapositive
Montesquieu: Trias Politica
Slide 15 - Diapositive
Tussen welke tijdsperiodes bevinden de middeleeuwen zich?
A
Renaissance en verlichting
B
Oudheid en verlichting
C
Renaissance en romantiek
D
Oudheid en renaissance
Slide 16 - Quiz
Wanneer ontstond de verlichting?
A
1520
B
1740
C
1650
D
1600
Slide 17 - Quiz
Voltaire was een?
A
Atheïst, dit is iemand die gelooft dat god de wereld geschapen heeft, maar zich er daarna niet meer mee bemoeit.
B
Deïst, dit is iemand die niet gelooft dat er een god is.
C
Atheïst, dit is iemand die niet gelooft dat er een god is.
D
Deïst, dit is iemand die gelooft dat god de wereld geschapen heeft, maar zich er daarna niet meer mee bemoeit.
Slide 18 - Quiz
Wie bedacht de trias politica?
A
Spinoza
B
John Locke
C
Montesquieu
D
Rousseau
Slide 19 - Quiz
Adam Smith
Mensen streven altijd eigen voordeel na
Vrije economie
Tegen mercantilisme
Wet van vraag en aanbod zorgt als onzichtbare hand voor zo groot mogelijke voorspoed
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Wat is de beste opsomming van 'De verlichting'?
A
Burger zag eindelijk het licht
B
Humanisme, rationalisme en optimisme
C
Wetenschap, rationalisme en optimisme
D
Wetenschap, democratie en rationalisme
Slide 22 - Quiz
Aan wie / wat had de koning volgens Rousseau zijn positie te danken?
A
Aan god
B
Aan de Kerk
C
Aan de derde stand
D
Aan het volk
Slide 23 - Quiz
Lees de bron:
Welke bewering over de bron is niet juist?
A
Spinoza vond dat iedereen mocht zeggen wat hij wil.
B
Spinoza was een immigrant.
C
Spinoza was voor gewetensvrijheid.
D
Spinoza´s vrijheid werd eerst beperkt door de regels van de een Joodse geloofsgroep.
Slide 24 - Quiz
KORTOM: Het nieuwe denken ging eerst alleen over de natuur en de wereld. Totdat wetenschappers dit nieuwe denken gingen toepassen op de mens en maatschappij:
Hoezo is een koning aangewezen door God en mag hij als een God regeren?
Wie mag het land besturen en hoe moet dat eerlijk gebeuren?
Hoezo mag een koning zo maar meer belasting gaan vragen?
Slide 25 - Diapositive
Veel grote denkers
Beïnvloeden Nederland. Patriotten nemen ideeën over: volk zijn de eigenaren van het land
1786: Democratische Revolutie. Patriotten macht
1787: Patriottenopstand neergeslagen
Koning Pruisen herstelt ancien régime in Republiek
Patriotten naar Frankrijk
Daar is?
Slide 26 - Diapositive
Franse Revolutie
Einde absolute monarchie
Verklaring van Rechten van Mens en Burger:
Artikel 1: Alle mensen vrij en gelijk geboren (Locke)
Artikel 2: Recht op vrijheid, bezit, veiligheid en verzet tegen onderdrukking (Locke)
Artikel 3: Soevereiniteit is van volk
Artikel 6: Wet is uitdrukking van algemene wil (Rousseau)
Artikel 7/8/9: Principes van rechtstaat. Gevangen wanneer wet overtreden, onschuldig tot schuld bewezen
Slide 27 - Diapositive
1795
Patriotten naar Nederland met Franse leger → Bataafse Republiek
Nederlandse Verklaring
Eerste grondwet. Eenheidsstaat: einde gewesten
1805: Napoleon eindigt democratische grondwet. Eenheidsstaat bleef
Slide 28 - Diapositive
Huiswerk
Lees 1.4, maak 1, 2, 3, 4 en 5
Slide 29 - Diapositive
Welke opvattingen hadden belangrijke denkers over de relatie tussen staat en burgers?
Slide 30 - Question ouverte
Hoe werden vrijheidsrechten en politieke rechten ontwikkeld in de 18e eeuw?