De nadruk ligt in het begin op het oefenen van toepassing en inzicht
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Extra oefeningen Zintuigen
De nadruk ligt in het begin op het oefenen van toepassing en inzicht
Slide 1 - Diapositive
Sven trapt in een punaise. In een reflex trekt hij zijn been op, nog voordat hij pijn voelt. Welke stelling is juist of welke stellingen zijn juist? Stelling 1: De impulsen van deze reflex verlopen via schakelcellen in de grote hersenen. Stelling 2: De impulsen van deze reflex verlopen via schakelcellen in het ruggenmerg.
A
Alleen stelling 1 is juist.
B
Alleen stelling 2 is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Geen van beide stellingen is juist.
Slide 2 - Quiz
Eric en Frank zijn broers. Eric heeft al een tijd last van zijn oren en heeft vorige maand trommelvliesbuisjes gekregen. Binnenkort gaan Eric en Frank met het vliegtuig naar Canada op bezoek bij familie. Eric en Frank krijgen beiden kauwgom voor het opstijgen en landen van het vliegtuig.
Voor wie is de kauwgom tijdens het opstijgen en landen vooral nuttig? Leg je antwoord uit!
Slide 3 - Question ouverte
Welke stelling is juist of welke stellingen zijn juist? Stelling 1: Reukzintuigcellen bevinden zich in het neusslijmvlies. Stelling 2: Als je versgebakken appeltaart ruikt, dan wordt één specifiek type reukzintuigcellen in je neus geprikkeld.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Geen van beide stellingen is juist
Slide 4 - Quiz
In de afbeelding zie je Paul van Loon met zijn onafscheidelijke zonnebril. Zijn zijn pupillen met zonnebril groter of kleiner? Leg je antwoord uit.
Slide 5 - Question ouverte
Teun gaat de badkamer binnen. In de badkamer is het donker. Hij tast de muur af en vindt een lichtschakelaar. Hij doet het licht aan. Hij kan in de spiegel de pupilreflex van zijn ogen zien.
Welke verandering ziet Teun in zijn ogen? En door welke spieren wordt deze verandering veroorzaakt?
A
Zijn pupillen worden groter. Dit wordt veroorzaakt door de spieren in de iris.
B
Zijn pupillen worden groter. Dit wordt veroorzaakt door de spieren van de lens.
C
Zijn pupillen worden kleiner. Dit wordt veroorzaakt door de spieren in de iris
D
Zijn pupillen worden kleiner. Dit wordt veroorzaakt door de spieren van de lens.
Slide 6 - Quiz
Als je huilt, rollen de tranen over je wangen. Welke stelling is of welke stellingen zijn juist?
Stelling 1: Traanvocht wordt geproduceerd door deel 1. Stelling 2: Door deel 2 wordt traanvocht over het oog verspreid. Stelling 3: Dat er tranen over iemands wangen stromen, komt doordat deel 3 het traanvocht niet voldoende kan afvoeren.
A
stelling 1
B
stelling 2
C
stelling 3
D
geen
Slide 7 - Quiz
Welke van deze delen van het oog of het gezicht kunnen het netvlies beschermen tegen te fel licht? Je kunt meerdere antwoorden noteren! Noteer in je antwoord de nummers.
1.) Het hoornvlies. 2.) De iris. 3.)De lens. 4.)De oogleden met de wimpers.
Slide 8 - Question ouverte
Als iemand heel snel wordt rondgedraaid, bijvoorbeeld bij oefeningen voor ruimtevaarders, gaan de bloedvaten van het vaatvlies dichtzitten. Wat is daarvan het gevolg?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe heet deel 3? En door welke soort zenuwcel word deze aangestuurd als je het warm hebt
Slide 10 - Question ouverte
Hiernaast is een zenuwcel weergegeven. Wat is de naam van onderdeel P?
Slide 11 - Question ouverte
Hiernaast is een zenuwcel weergegeven. Welk type zenuwcel is dit?
Slide 12 - Question ouverte
Een vrouw heeft een hond. Elke keer als ze thuiskomt van haar werk en de deur opent, begint de hond te kwijlen. Hij gaat hiermee door totdat hij eten krijgt.
Wat is in deze situatie de prikkel?
Slide 13 - Question ouverte
Een vrouw heeft een hond. Elke keer als ze thuiskomt van haar werk en de deur opent, begint de hond te kwijlen. Hij gaat hiermee door totdat hij eten krijgt.
Welke zintuigen zorgen voor de reactie van de hond? Je mag meerdere noemen.
Slide 14 - Question ouverte
Als een kind oorpijn heeft, wordt dat meestal veroorzaakt door een ontsteking in de trommelholte. Door ophoping van vocht komt er druk op het trommelvlies te staan en dat doet pijn. Als er door ophoping van vocht druk op het trommelvlies komt te staan, kun je minder goed horen.
Leg uit waardoor het gehoor vermindert als er druk op het trommelvlies staat.
Slide 15 - Question ouverte
bewegingszenuwcel
schakelzenuwcel
gevoelszenuwcel
in je arm
in je netvlies (oog)
in je ruggenmerg
in je hersenen
Slide 16 - Question de remorquage
Tijdens een voetbalwedstrijd begint het schemerig te worden. De voetballers geven bij de scheidsrechter aan dat het steeds lastiger is om de shirts van hun team en die van de tegenstander uit elkaar te houden. Leg uit hoe dit komt.
Je krijgt een notificatie op je telefoon dat je favoriete Youtuber een nieuwe video heeft uitgebracht. Leg uit hoe jouw lichaam het mogelijk maakt voor jouw om hierop te reageren. Gebruik de termen: Schakelzenuwcellen – bewegingszenuwcellen – impuls – hersenen – kegeltjes – gevoelszenuwcellen – staafjes – prikkel
Slide 20 - Question ouverte
Hoe merk je aan de huid dat hij meehelpt om warmte kwijt te raken?
A
Er komen puntjes op de huid
B
de huid wordt blauw
C
Er komen vochtdruppeltjes op de huid
D
de haartjes op de huid gaan omhoog staan
Slide 21 - Quiz
Bibi heeft blauwe ogen. Welk onderdeel van de ogen zorgt ervoor dat Bibi blauwe ogen heeft?
A
De iris.
B
De pupil
C
Het harde oogvlies
D
Het hoornvlies
Slide 22 - Quiz
Het oog licht beschermd in de oogkas van de schedel. Hoe wordt het oog vochtig gehouden?
A
door het vocht van de het oogvlies
B
door al knipperend vocht te verspreiden over het oog
C
door de wenkbrauwen
D
door de wimpers
Slide 23 - Quiz
Benoem onderdeel 1
A
Hoornvlies
B
Netvlies
C
Lens
D
Pupil
Slide 24 - Quiz
Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de adequate prikkel voor het oor?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid
Slide 25 - Quiz
Een functie van de huid is
A
regeling van de lichaamstemperatuur
B
productie van antistoffen
C
pijnvermindering
Slide 26 - Quiz
Uitwendige prikkels
Inwendige prikkels
licht
kou
dorst
geur
geluid
honger
spierpijn
hormonen
Slide 27 - Question de remorquage
deze man heeft alopecia, een aandoening waarbij je al je haren verliest; -welke onderdelen rond de ogen ontbreken dan waardoor deze mensen meer last hebben van stof en zweet in hun ogen?
Slide 28 - Question ouverte
Hoe heten de twee lichtgevoelige zintuigcellen in je netvlies?
En welke bevinden zich het meeste in de gele vlek
Slide 29 - Question ouverte
Daniël hoort een piepje op zijn mobiel en leest een binnengekomen appje; wat gebeurt er in zijn oog?
A
het straallichaam trekt samen en de lensbandjes hangen slap
B
het straallichaam trekt samen en de lensbandjes staan strak
C
het straallichaam ontspant en de lensbandjes staan strak
D
het straallichaam ontspant en de lensbandjes hangen slap
Slide 30 - Quiz
welke drie kleuren kunnen onze kegeltjes waarnemen?
Slide 31 - Question ouverte
§5: Welk oog is een voorbeeld van iemand die op een donkere plek staat, 1 of 2?
Slide 32 - Question ouverte
Behalve smaakzintuigcellen zitten er nog andere zintuigcellen in de tong. Noem drie andere type zintuigcel in de tong.
Slide 33 - Question ouverte
Isabella is geboren met een oogafwijking, waarbij de spiertjes in haar iris niet goed werken. Hierdoor kan zij bijna niet zien in het donker. Leg uit waarom zij in het donker niet goed kan zien.