De woorden, woordgroepen en zinnen die je straks ziet, kun je korter schrijven. Noteer de verkorte versies. Denk goed na over spelling jaar 2: wanneer gebruik je een weglatingsstreepje en wanneer niet?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Samentrekkingen
De woorden, woordgroepen en zinnen die je straks ziet, kun je korter schrijven. Noteer de verkorte versies. Denk goed na over spelling jaar 2: wanneer gebruik je een weglatingsstreepje en wanneer niet?
Slide 1 - Diapositive
damesschoenen en herenschoenen
Slide 2 - Question ouverte
kleine landen en grote landen
Slide 3 - Question ouverte
Hidde mailde het bestuur en Luuk belde het bestuur.
Slide 4 - Question ouverte
feestmutsen en feestneuzen
Slide 5 - Question ouverte
beroemde acteurs en beroemde actrices
Slide 6 - Question ouverte
Kasia reed door rood licht en Kasia kwam daardoor bijna onder de tram.
Slide 7 - Question ouverte
Samentrekking
Als je in een samengestelde zin dezelfde (delen van) woorden of zinsdelen twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal een van beide keren weglaten. Dat heet samentrekking. Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.
Slide 8 - Diapositive
Samentrekking
Bij welke antwoorden is er sprake van een samentrekking op woordniveau, bij welke op woordgroepsniveau en bij welke op zinsniveau?
Slide 9 - Diapositive
dames- en herenschoenen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 10 - Quiz
kleine en grote landen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 11 - Quiz
Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 12 - Quiz
feestmutsen en -neuzen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 13 - Quiz
beroemde acteurs en actrices
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 14 - Quiz
Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.