Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
PWW-1
Slide 1 - Diapositive
Tijdvak 8: Wat is geen kenmerkend aspect bij dit tijdvak?
A
De oprichting van politieke partijen
B
De emancipatie van arbeiders en vrouwen
C
De kolonisatie van Afrika en Noord-Amerika
D
De industrialisering van westerse landen
Slide 2 - Quiz
Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azië
D
Veel handelen met kolonies
Slide 3 - Quiz
Kolonisering van Afrika tussen 1880 en 1914, waarbij tussen Europese landen een soort wedstrijd ontstond wie de meeste en grootste koloniën kon stichten.
A
Kolonisatie
B
Wedloop om Afrika
C
Conferentie van Berlijn
D
White man's burden
Slide 4 - Quiz
Op welk verschijnsel heeft de spotprent betrekking?
A
Conferentie van Berlijn
B
Toenemende militaire spanning in Europa
C
Kolonisatie van Afrika
D
Duits nationalisme in Europa
Slide 5 - Quiz
Zet onderstaande afbeeldingen in chronologische volgorde.
Moord van Franz Ferdinand
Bismarck na Frans-Duitse oorlog
vrede van versailles
Russische revolutie
Von Schlieffenplan
1
2
3
4
5
Slide 6 - Question de remorquage
Belangrijkste oorzaak van WO1
Minder belangrijke oorzaak van WO1
Modern imperialisme
Frans-Duitse Oorlog
Nationalisme
Militarisme
Moord op Frans-Ferdinand
Slide 7 - Question de remorquage
liberalisme
nationalisme
socialisme
de burgerij
Frans-Duitse oorlog
grondwet
Das Kapital
Slide 8 - Question de remorquage
Rusland uit, VS in de oorlog
Von Schlieffenplan mislukt
Franz Ferdinand vermoord
Verdrag van Versailles
Frans-Duitse Oorlog
Slag om de Somme
Begin WO1
Einde WO1
Slide 9 - Question de remorquage
nationalisme
nationalisme
militarisme
nationalisme
militarisme
Slide 10 - Question de remorquage
Modern Imperialisme
Bondgenootschappen
Nationalisme
Wapenwedloop
Slide 11 - Question de remorquage
Modern Imperialisme
Sociale kwestie
Industriële revolutie
Slide 12 - Question de remorquage
superioriteitsgevoel
Afzetmarkt
Europese landen concurreren met elkaar om wie de meeste macht heeft
Door de industriële revolutie zijn er veel grondstoffen nodig om de machines draaiende te houden
Economische oorzaak
modern imperialisme
Politieke oorzaak
modern imperialisme
Culturele oorzaak
modern imperialisme
Slide 13 - Question de remorquage
Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
Wat is het liberalisme?
A
Liberalen vinden dat iedereen zou moeten kunnen stemmen bij verkiezingen.
B
Liberalen willen zo veel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
C
Liberalen komen op voor de arbeiders.
D
Liberalen vinden dat de overheid zich zo min mogelijk met de economie moet bemoeien.
Slide 14 - Quiz
Wat is het communisme?
A
Er wordt gestreefd naar gelijkheid in bezit
B
Er wordt gestreefd naar gelijkheid
C
Er wordt gestreefd naar ongelijkheid
D
Er wordt gestreefd naar ongelijkheid in bezit
Slide 15 - Quiz
Hoe denkt het socialisme over politiek?
Hoe denkt het socialisme over politiek?
A
Socialisten willen meer inspraak voor burgers
B
Linkse socialisten willen meer invloed voor burgers maar rechtse socialisten niet
C
Socialisten willen dat burgers politici kunnen kiezen maar ze zijn geen voorstander van het invoeren van het referendum
Slide 16 - Quiz
Hoe denkt het socialisme over economie?
Hoe denkt het socialisme over economie?
A
Socialisten zijn voorstander van economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
B
Socialisten willen een belangrijke rol voor de overheid in de economie om te zorgen voor meer gelijkheid.
C
Voor socialisten is naastenliefde belangrijk, maar zijn ze voorstander van eigen verantwoordelijkheid
D
Socialisten willen meer rechten voor rijke burgers en minder voor de arbeiders.
Slide 17 - Quiz
Verbind de uitspraken met de juiste politieke stroming.
SOCIALISME
LIBERALISME
CONFESSIONALISME
Wij willen algemeen kiesrecht!
Wij vinden de bijbel belangrijk!
Wij willen zo min mogelijk bemoeienis van de regering!
Slide 18 - Question de remorquage
Socialisme
Liberalisme
Conservatisme
Nationalisme
Modern Imperialisme
De strijd om zoveel mogelijk kolonies te krijgen
Overdreven vaderlandsliefde
Politieke stroming die het liefst bij het oude wilt blijven
Politieke stroming waarbij vrijheid het belangrijkste is.
Politieke stroming die zich inzet voor arbeiders.
Slide 19 - Question de remorquage
Uitleg : Bondgenootschappen
A
Strijden om een grotere positie op de wereldmarkt.
B
Grote waarde toekennen aan het leger.
C
‘vriendschapsverdrag’ tussen landen.
D
Liefde voor het eigen land of volk.
Slide 20 - Quiz
Bondgenootschappen in 1914
Sleep het juiste land naar het juiste bondgenootschap -> Let goed op het jaartal!
Geallieerden
Centralen
Bondgenootschappen in 1914
Wie waren bondgenoten?
Duitse Rijk
Rusland
Italië
Oostenrijk-Hongarije
Frankrijk
Groot-Britannië
Slide 21 - Question de remorquage
Welke zinnen over de aanslag in Sarajevo zijn waar?
Juiste antwoord
De aanslag was een indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de directe oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was het gevolg van de Eerste Wereldoorlog
Slide 22 - Question de remorquage
Welke uitleg past bij de daad van Gavrilo Princip en de Zwarte hand?
Juiste antwoord
De aanslag was een indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de directe oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was het gevolg van de Eerste Wereldoorlog
Slide 23 - Question de remorquage
Wat is een wapenwedloop?
A
Een weddenschap die gaat over wapens
B
Een hardloopwedstrijd waar je wapens mag gebruiken
C
Een soort wedstrijd waar landen betere wapens willen als de ander
D
Een wedstrijd die uitloopt in een oorlog
Slide 24 - Quiz
De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919
Slide 25 - Quiz
Een briefkaart uit de Eerste Wereldoorlog.
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
Modern imperialisme
B
Nationalisme
C
Bondgenootschappen
D
Vijandbeelden
Slide 26 - Quiz
Welke politieke stroming past bij de uitleg?
Uitleg
Politieke stroming
Politieke groep die vindt dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben.
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.
Politieke groep waarbij mensen hun ideeën over politiek, onderwijs etc. baseren op hun godsdienst
Liberalen
Sociaaldemocraten
Confessionelen
Slide 27 - Question de remorquage
De wapenstilstand werd getekend op
A
11 november 1917
B
11 mei 1918
C
11 augustus 1918
D
11 november 1918
Slide 28 - Quiz
Zet de gebeurtenissen in chronologische volgorde.
Eerst...
Dan...
Daarna...
Vervolgens...
Ten slotte...
Rusland wapenstilstand met Duitsland.
Duitsland voert het von schlieffenplan uit. (BE en FRA)