week 2 les 2
Welk woord zoek ik?
1 / 31
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Welk woord zoek ik?
Slide 1 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 2 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 3 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 4 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 5 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 6 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 7 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 8 - Question ouverte
Iris blaast op
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 9 - Quiz
Iris blaast op
v.t. Iris............
v.t. Iris............
Slide 10 - Question ouverte
Iris blaast op
v.d. Iris heeft............
v.d. Iris heeft............
Slide 11 - Question ouverte
hij stort
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 12 - Quiz
hij stort
v.t. hij........
v.t. hij........
Slide 13 - Question ouverte
hij stort
v.t. hij heeft........
v.t. hij heeft........
Slide 14 - Question ouverte
de vogel aasde
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 15 - Quiz
de vogel aasde
t.t. de vogel...........
t.t. de vogel...........
Slide 16 - Question ouverte
de vogel aasde
v.d. de vogel heeft...........
v.d. de vogel heeft...........
Slide 17 - Question ouverte
ik verbrand
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 18 - Quiz
ik verbrand
v.t. ik...........
v.t. ik...........
Slide 19 - Question ouverte
ik verbrand
v.d ik ben...........
v.d ik ben...........
Slide 20 - Question ouverte
Ik ben klaar
A
1e persoon
B
2e persoon
C
3e persoon
Slide 21 - Quiz
Hij heeft nog tijd nodig.
A
1e persoon
B
2e persoon
C
3e persoon
Slide 22 - Quiz
Word je al 12?
A
1e persoon
B
2e persoon
C
3e persoon
Slide 23 - Quiz
Besparen
t.t. Je........veel energie.
t.t. Je........veel energie.
Slide 24 - Question ouverte
denken
Ik..........vaak aan het milieu
Ik..........vaak aan het milieu
Slide 25 - Question ouverte
troosten
Ik..........jou gisteren.
Ik..........jou gisteren.
Slide 26 - Question ouverte
faxen
Hij..........de brief vorige week.
Hij..........de brief vorige week.
Slide 27 - Question ouverte
smoezen
Wij hebben met elkaar...........
Wij hebben met elkaar...........
Slide 28 - Question ouverte
eten
Ik heb veel spinazie.......
Ik heb veel spinazie.......
Slide 29 - Question ouverte
faxen
De...........brief
De...........brief
Slide 30 - Question ouverte
geloven
Het............verhaal
Het............verhaal
