16.3 Fosforkringloop

16.3 Fosforkringloop
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

16.3 Fosforkringloop

Slide 1 - Diapositive

Noem een mogelijk bron van stikstofaanvoer van buiten een kringloop

Slide 2 - Question ouverte

Fosfor als bouwstof
DNA, ATP en fosfolipiden

Slide 3 - Diapositive

Fosfor voor planten
Planten nemen fosfor op uit de bodem. Dit is lastig omdat fosfor gebonden zit aan bodemdeeltjes.
In de rhizosfeer (directe omgeving van de wortels) hulp van:
  • Bacteriën - geven zuren af en maken P-ionen los
  • Schimmels (micorrhiza, complex van schimmels en wortels) – groeien naar de P-ionen toe


Slide 4 - Diapositive

Bacterie
Bacterie geeft zuur af.
Fosfor lost op in bodemwater.
Plant voorziet de bacterie van organisme stoffen.
Symbiose

Slide 5 - Diapositive

Micorrhiza (schimmel en plant)
Symbiose waarbij de schimmels met behulp van het suiker uit de plant, N en P opneemt en deelt met de plant. 

Slide 6 - Diapositive

Menselijke invloed op P-kringloop
Tot 2011 was het in de EU toegestaan om fosfaat toe te voegen aan wasmiddelen. Dit zorgde voor een overschot aan fosfaten in het oppervlaktewater 
(eutrofiëring!)

Ondertussen in Brazilie:

Slide 7 - Diapositive

Menselijke invloed op P-kringloop
Kunstmest bevat naast stikstofverbindingen ook fosfaat verbindingen, uit fosfaat mijnen in de VS, China en Marokko.
Er is maar weinig winbare fosfaat beschikbaar en er dreigen tekorten.

Slide 8 - Diapositive

Fosfaat terugwinnen
In rwzi's wordt fosfaat uit het rioolwater gehaald:
1. Afvalslib onder anaerobe en nitraatarme opstandigheden
2. Fosfaat accumulerende organismen (PAO's) raken in de 'stress'
3. PAO's verbruiken veel ATP en hierbij komt P (fosfor) vrij.
4. Aerobe omgeving
5. PAO's nemen een overmaat aan P uit de omgeving op.
6. Nabewerking -> struviet (meststof)

Slide 9 - Diapositive

milieuwinst/ schade zichtbaar maken
Indicatorsoorten zijn organismen die onder specifieke omstandigheden groeien (optimumcurve).
Door te kijken in een ecosysteem of een indicatorsoort wel of juist niet voorkomt kun je vrij eenvoudig zien hoe het gesteld is met een bepaalde abiotische factor.
Bijvoorbeeld kokerjuffers.

Slide 10 - Diapositive