Bij Zebra - thema 28: omgaan met geld

Vandaag
2e uur: Zebra (online en in de klas)
3e uur: 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
2e uur: Zebra (online en in de klas)
3e uur: 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Bij thema 28: omgaan met geld
Leerdoelen:
  • Je weet wat een budget is;
  • Je weet wat een budgetoverschrijding is;
  • Je weet wat een impulsaankoop is;
  • Je kunt aangeven hoe je inkomsten en uitgaven kunt vergelijken en hoe je een tekort kunt wegwerken;
  • Je weet dat je een overschot kunt sparen;
  • je weet wat het Nibud doet.

Slide 3 - Diapositive

Wat is budgetteren?
A
Direct geld uitgeven als je salaris is gestort.
B
Je uitgaven aanpassen aan je inkomsten.
C
Meer geld uitgeven dan je hebt.
D
Het geld dat je kunt uitgeven.

Slide 4 - Quiz

Inkomsten
  • zakgeld
  • kleedgeld
  • salaris van een (bij)baan

Slide 5 - Diapositive

Budget
Budget is het geld dat je kunt uitgeven.
Als je je budget hebt overschreden, dan heb je meer uitgegeven dan je budget.

overschrijden; overschreed; is overschreden
(over een grens gaan)

Slide 6 - Diapositive

Impuls aankoop
Als je van tevoren niet had bedacht dat je een item ging kopen.

Slide 7 - Diapositive

Lenen, schulden en rente
Als je niet genoeg inkomsten hebt, kun je geld lenen
Je kunt geld lenen bij een bank of bij familie, je hebt dan een schuld.
Als je geld leent bij een bank moet je rente betalen.

Slide 8 - Diapositive

Is dit een impuls aankoop?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Welke spijkerbroek is beter? Een spijkerbroek van de Primark of een spijkerbroek van G-Star?

Slide 10 - Question ouverte

Sadaf heeft €20 zakgeld. Zij heeft mascara nodig en geeft €15 uit aan mascara én lippenstift bij de drogist. Morgen wil zij met vriendinnen naar de bioscoop maar zij heeft nog maar €5 over. Hoe zou jij het geldprobleem van Sadaf oplossen?
A
De lippenstift terugbrengen.
B
Geld van vrienden lenen.
C
Niet naar de film gaan.
D
Alvast het zakgeld voor de volgende week vragen.

Slide 11 - Quiz

Wat is een budget?
A
Het geld dat je kunt uitgeven.
B
Het geld dat je hebt verdient met werken.
C
Zakgeld.
D
Als je meer uitgeeft dan je hebt.

Slide 12 - Quiz

Inkomsten en uitgaven overzicht

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Nibud
Het Nibud is het Nationaal instituut voor Budgetvoorlichting. 
Het Nibud geeft advies over allerlei geldzaken, bijvoorbeeld over zakgeld en kleedgeld.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Lien

Wat is een budget?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is een budgetoverschrijding?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is een impulsaankoop?

Slide 20 - Question ouverte

Hoe kun je een tekort aan geld wegwerken?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is sparen?

Slide 22 - Question ouverte

Wat doet het Nibud?

Slide 23 - Question ouverte