Je kunt aangeven hoe je inkomsten en uitgaven kunt vergelijken en hoe je een tekort kunt wegwerken; (tekort= je hebt te weinig)
Je weet dat je een overschot kunt sparen;
Je weet wat schuld en rente is
je weet wat het Nibud doet.
Slide 3 - Diapositive
Wat is budgetteren?
A
Direct geld uitgeven als je salaris is gestort.
B
Eerst kijken hoeveel geld je hebt, daarna uitgeven wat kan.
C
Meer geld uitgeven dan je hebt.
D
Het geld dat je kunt uitgeven.
Slide 4 - Quiz
Wat is: uitgeven
A
geld sparen om later iets groots te kopen
B
geld besteden om iets te kopen
Slide 5 - Quiz
Inkomsten
zakgeld
kleedgeld
salaris van een (bij)baan
extraatjes
Slide 6 - Diapositive
Impuls aankoop
Als je van tevoren niet had bedacht dat je iets ging kopen.
Slide 7 - Diapositive
Budget
Budget is het geld dat je kunt uitgeven.
Als je je budget hebt overschreden, dan heb je meer uitgegeven dan je budget.
overschrijden; overschreed; is overschreden
(over een grens gaan)
Slide 8 - Diapositive
Als je minder uitgeeft dan je binnen krijgt heb je een overschot.
Zo kun je sparen voor een grote uitgave
Slide 9 - Diapositive
Als je meer geld uitgeeft dan je binnenkrijgt heb je een tekort.
Als je een tekort hebt kan je:
voor extra inkomsten zorgen
bezuinigen
geld lenen
Slide 10 - Diapositive
Inkomsten en uitgaven overzicht
Slide 11 - Diapositive
Lenen, schulden en rente
Je kunt geld lenen bij een bank of bij familie, je hebt dan een schuld.
Als je geld leent bij een bank moet je rente betalen.
Je moet dan meer terugbetalen dan je hebt geleend.
Slide 12 - Diapositive
Nibud
Het Nibud is het Nationaal instituut voor Budgetvoorlichting.
Het Nibud geeft advies over allerlei geldzaken, bijvoorbeeld over zakgeld en kleedgeld.
Slide 13 - Diapositive
Is dit een impuls aankoop?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Welke spijkerbroek is beter? Een spijkerbroek van de Primark of een spijkerbroek van G-Star?
Slide 15 - Question ouverte
Karin heeft €20 zakgeld. Zij heeft mascara nodig en geeft €15 uit aan mascara én lippenstift bij Kruidvat. Morgen wil zij met vriendinnen naar de bioscoop maar zij heeft nog maar €5 over. Hoe zou jij het geldprobleem van Karin oplossen?