Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Vandaag
KIES
omgaan met geld
budgetteren
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
omgaan met geld
Leerdoelen:
Je weet wat een budget is;
Je weet wat een budgetoverschrijding is;
Je weet wat een impulsaankoop is;
Je kunt aangeven hoe je inkomsten en uitgaven kunt vergelijken en hoe je een tekort kunt wegwerken; (tekort= je hebt te weinig)
Je weet dat je een overschot kunt sparen;
je weet wat het Nibud doet.
Slide 3 - Diapositive
Wat is budgetteren?
A
Direct geld uitgeven als je salaris is gestort.
B
Eerst kijken hoeveel geld je hebt, daarna uitgeven wat kan.
C
Meer geld uitgeven dan je hebt.
D
Het geld dat je kunt uitgeven.
Slide 4 - Quiz
Wat is: uitgeven
A
geld sparen om later iets groots te kopen
B
geld besteden om iets te kopen
Slide 5 - Quiz
Inkomsten
zakgeld
kleedgeld
salaris van een (bij)baan
Slide 6 - Diapositive
Budget
Budget is het geld dat je kunt uitgeven.
Als je je budget hebt overschreden, dan heb je meer uitgegeven dan je budget.
overschrijden; overschreed; is overschreden
(over een grens gaan)
Slide 7 - Diapositive
Impuls aankoop
Als je van tevoren niet had bedacht dat je iets ging kopen.
Slide 8 - Diapositive
Lenen, schulden en rente
Als je niet genoeg inkomsten hebt, kun je geld lenen.
Je kunt geld lenen bij een bank of bij familie, je hebt dan een schuld.
Als je geld leent bij een bank moet je rente betalen.
Slide 9 - Diapositive
Is dit een impuls aankoop?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Welke spijkerbroek is beter? Een spijkerbroek van de Primark of een spijkerbroek van G-Star?
Slide 11 - Question ouverte
Karin heeft €20 zakgeld. Zij heeft mascara nodig en geeft €15 uit aan mascara én lippenstift bij Kruidvat. Morgen wil zij met vriendinnen naar de bioscoop maar zij heeft nog maar €5 over. Hoe zou jij het geldprobleem van Karin oplossen?
A
De lippenstift terugbrengen.
B
Geld van vrienden lenen.
C
Niet naar de film gaan.
D
Alvast het zakgeld voor de volgende week vragen.
Slide 12 - Quiz
Wat is een budget?
A
Het geld dat je kunt uitgeven.
B
Het geld dat je hebt verdient met werken.
C
Zakgeld.
D
Als je meer uitgeeft dan je hebt.
Slide 13 - Quiz
Inkomsten en uitgaven overzicht
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Nibud
Het Nibud is het Nationaal instituut voor Budgetvoorlichting.
Het Nibud geeft advies over allerlei geldzaken, bijvoorbeeld over zakgeld en kleedgeld.