5.3 Stoffen scheiden

5.3 Stoffen scheiden
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.3 Stoffen scheiden

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kan uitleggen wat een zuivere stof is.
Je kan vertellen hoe je uit zeewater drinkwater kan maken.
Je kent de scheidingsmethodiek destilleren.
Je kent de scheidingsmethodiek indampen.
Je kent de scheidingsmethodiek adsorberen.
Je kent de scheidingsmethodiek extraheren.

Slide 2 - Diapositive

Indampen
Zout water
Water verdampen
Zout blijft achter op lepeltje > residu

Slide 3 - Diapositive

Destilleren
Verschil in kookpunten

Zout water blijft in 
rondbodemkolf

Destillaat > zuiver water
Bestaat alleen uit watermoleculen

Slide 4 - Diapositive

Opdrachten maken
Opdracht 1 t/m 11
Blz. 32-34

Klaar? Verder lezen + leerdoelkaart

Slide 5 - Diapositive

Adsorberen
Ongewenste stoffen kleven aan adsorptiemiddel
Koolstof of Norit zijn adsorptiemiddelen 

Dan filtreren.
Water gaat door filter, adsorptiemiddel niet 

Verschil in aanhechting aan absorptiemiddelen

Slide 6 - Diapositive

Extraheren
Zand en zout scheiden
Zout lost op in water, zand niet.
Filtreren
- zoute water in reageerbuis
- zand blijft achter
Indampen                                                               kleur, smaak onttrekken
- zout blijft over > extract

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen
Je kan uitleggen wat een zuivere stof is.
Je kan vertellen hoe je uit zeewater drinkwater kan maken.
Je kent de scheidingsmethodiek destilleren.
Je kent de scheidingsmethodiek indampen.
Je kent de scheidingsmethodiek adsorberen.
Je kent de scheidingsmethodiek extraheren.

Slide 9 - Diapositive

Opdrachten maken
Opdracht 1 t/m 29 
Blz. 32-38

Klaar? Extra lezen + maken   Blz. 39

Slide 10 - Diapositive

Quizvragen
15 vragen

Slide 11 - Diapositive

Een suspensie is een
A
Mengsel van twee vloeistoffen
B
Mengsel van twee vaste stoffen
C
Mengsel van vloeistof en vaste stof
D
Een zuivere stof

Slide 12 - Quiz

Een oplossing is:
A
altijd helder en altijd gekleurd
B
altijd helder en soms gekleurd
C
altijd helder en altijd kleurloos
D
soms helder en soms gekleurd

Slide 13 - Quiz

Kun je een oplossing scheiden door bezinken en afschenken?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Wat is filtreren?
Filtreren is een manier om:

A
een opgeloste stof en vloeistof van elkaar te scheiden.
B
een vaste stof en een vloeistof van elkaar te scheiden.
C
twee vaste stoffen van elkaar te scheiden.
D
twee vloeistoffen van elkaar te scheiden.

Slide 15 - Quiz

Bij filtreren vang je het
A
residu op in het filter
B
residu op in de reageerbuis
C
filtraat op in het filter

Slide 16 - Quiz

Op welke eigenschap wordt gescheiden bij filtreren
A
Dichtheid
B
Deeltjesgrootte
C
Massa
D
vast - vloeibaar

Slide 17 - Quiz

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 18 - Quiz

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 19 - Quiz

Bij destilleren:
A
Verdampt water en opgesloten stoffen blijven achter
B
Verdwijnen alle stoffen: zowel het water als de opgeloste stoffen.
C
Ga je stoffen scheiden op basis van kookpunt.

Slide 20 - Quiz

Je kunt een oplossing indampen.
Als je een oplossing indampt ...

A
houd je de oplossing over
B
laat je de opgeloste stof verdwijnen.
C
houd je het oplosmiddel over.
D
laat je het oplosmiddel verdwijnen.

Slide 21 - Quiz

Welke stofeigenschap is van belang bij indampen en destilleren?
A
Smeltpunt
B
Dichtheid
C
Deeltjesgrootte
D
Kookpunt

Slide 22 - Quiz

Wat is destilleren?
A
sterke drank
B
problemen ordenen
C
kookpunten laten veranderen
D
scheiden door verschil in kookpunt

Slide 23 - Quiz

Indampen is
A
het verwarmen van een mengsel
B
het afkoelen van een mengsel
C
het scheiden met behulp van een filter
D
extraheren

Slide 24 - Quiz

Destilleren heeft veel overeenkomsten met indampen, maar er is ook een belangrijk verschil.
Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
A
Bij destilleren vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
B
Bij indampen vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
C
Destilleren gebeurt bij een hogere temperatuur.

Slide 25 - Quiz

Norit is een adsorptiemiddel
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz