Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
10.1 standpunt, argumenten en argumentatie
standpunt = mening, visie, bewering, stelling
Je onderbouwt met argumenten.
tegenargument = argument waarmee je een standpunt ontkracht
weerlegging = bewijs dat een argument onjuist is
argumentatie = standpunt, argumenten. Ook de tegenargumenten en de weerlegging horen hierbij.
Slide 2 - Diapositive
Objectieve en subjectieve argumenten
Objectief = feitelijk en dus controleerbaar
Objectieve argumenten: meer overtuigingskracht
Subjectief = waarderend --> mening
Een argument moet valide zijn: het klopt en is van belang voor het standpunt
Slide 3 - Diapositive
Een hypothese is een subjectief argument.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Bij subjectieve argumenten ga je na of ze waar zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Soorten argumenten
feiten
onderzoek
ervaring (empirisch argument)
gevoel of emotie
geloof (persoonlijke overtuiging)
normen en waarden
vermoedens
Slide 6 - Diapositive
Tekst
Tekst
Feit
vermoedens
autoriteit
Tekst
Normen en waarden
Iemand die steelt van zijn baas moet een taakstaf krijgen. Je gaat toch niet stelen als je vindt dat je te weinig verdient.
Ajax wordt volgens mij dit jaar geen kampioen. Ik kan me niet voorstellen dat dat met deze keeper mogelijk is.
De nieuwe roman van Tommy Wieringa is een grootse roman die knettert van ambitie volgens de recensent van de Volkskrant.
De iPhone 6 kan je het beste bij Tele2 kopen daar is hij volgens IphoneDeals het goedkoopst.
Slide 7 - Question de remorquage
Argumentatieschema (127-128)
Oorzaak - gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeeld
vergelijking (op basis van analogie/overeenkomst)
gezag of autoriteit
Slide 8 - Diapositive
Overgewicht wordt vooral veroorzaakt door te weinig beweging .Wij verkopen daarom in de kantine alleen nog maar gezonde voeding. Dit is een argumentatie op basis van het schema:
A
kenmerk of eigenschap
B
oorzaak-gevolg
C
vergelijking
D
autoriteit
Slide 9 - Quiz
Zorgen voor een zieke, gehandicapte of oudere in de omgeving is een mooie en nuttige taak, maar kan ook ingrijpend zijn en veel van iemand vragen. Het is vaak lastig meteen te overzien wat er allemaal bij de verzorging komt kijken. Het feit dat ik veel voor een ander kan betekenen, gaf bij mij toch de doorslag. Dit is een argumentatie op basis van het argumentatieschema: