Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§2Komma (,)
§3 Dubbele punt en aanhalingsteken(: en '''')
Voordat we beginnen:
WELKOM 2T
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Open je boek alvast op blz 230-231.
Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§2Komma (,)
§3 Dubbele punt en aanhalingsteken(: en '''')
Voordat we beginnen:
WELKOM 2T
Slide 1 - Diapositive
1.Verder met Cursus 7: Spelling.
2.Klassikale uitleg cursus 7 paragraaf 2 en 3.
3. Opdrachten paragraaf 2 en 3.
4.Terugblikken en afronden.
Wat gaan wevandaag doen?
Slide 2 - Diapositive
Je weet in welke situaties je een komma schrijft.
Je kunt dubbele punten en aanhalingstekens gebruiken in citaten.
Lesdoelen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden.
Aantekeningen bij spelling
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Leestekens (komma)
Een komma gebruiken we in een aantal gevallen.
Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe, langere zin. Die komma staat dan:
Tussen twee persoonsvormen: Als de zon fel schijnt, moet je je insmeren.
Voor voegwoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl, want: Ik ben te laat, omdat ik me heb verslapen.
Tussen delen van een opsomming:
Mijn buurman werkt op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag.
Slide 9 - Diapositive
Schrijf de zin over met komma's.
Lara is niet zenuwachtig voor de auditie want ze heeft goed geoefend.
Slide 10 - Question ouverte
Plaats komma's. De leeuw de olifant en de neushoorn zijn onderdeel van de Big Five.
Slide 11 - Question ouverte
Je gebruikt een dubbele punt voor een aangekondigde opsomming. Dit zijn mijn favoriete biermerken: Heineken, Affligem en Desperados.
Voor de directe rede of een citaat. Je geeft dan aan dat iemand iets zegt. Peter zei twijfelachtig: 'Ik weet niet of ik het wel ga redden.'
Als je binnen de zin iets aankondigt. Eindelijk is het zover: hun kindje is geboren!
Dubbele punt (:)
Slide 12 - Diapositive
Neem de zin over en plaats op de juiste plek een dubbele punt.
Ik kon vandaag niet op de fiets naar school ik had een lekke band.
Slide 13 - Question ouverte
Maak een zin waarin een dubbele punt op de juiste manier voorkomt.
Slide 14 - Carte mentale
Aanhalingstekens gebruik je bij de directe rede of bij een citaat. Let goed op de plaats van deze tekens. 'Vanavond ga ik helemaal niets doen', zei mijn broer.
Let op: bij de indirecte rede en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens! Jordi dacht bij zichzelf: waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen?
Aanhalingstekens ('')
Slide 15 - Diapositive
Staan de aanhalingstekens goed?
De presentator vroeg: “Hoe heb jij de wedstrijd ervaren?”
A
Goed
B
Niet goed
Slide 16 - Quiz
Staan de aanhalingstekens goed?
“Ik zei: Ik vind dat ananas niet op een pizza hoort.”
A
Goed
B
Niet goed
Slide 17 - Quiz
Staan de aanhalingstekens goed?
Ze dacht nog zo: ''Ik hoop echt dat ik mijn rijexamen heb gehaald.''
A
Goed
B
Niet goed
Slide 18 - Quiz
Wat?
Cursus 7 Spelling §2 Opdracht 1, 2 en 4 (blz. 230-231).
Cursus 7 Spelling §3 Opdracht 1, 2 en 6 (blz. 232-233).
Hoe?
Noteer alle antwoorden in je schrift. Zo oefen je het op de beste manier met leestekens.
Hulp
De theorie in deze LessonUp en de theorie in je boek.
Tijd
Vijftien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met leestekens.
Klaar?
Lees alvast de theorie van §4 of maak een samenvatting van de groene blokjes theorie.
Huiswerk voor de volgende les
timer
15:00
Slide 19 - Diapositive
Je weet in welke situaties je een komma schrijft.
Je kunt dubbele punten en aanhalingstekens gebruiken in citaten.
Lesdoelen
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Maak een zin waarin een citaat voorkomt. Let op het gebruik van de leestekens.
Slide 22 - Question ouverte
Welk leesteken hoort op de plek van het vraagteken?
Hij zei nog zo: (?) Neem voldoende drinken mee! (?)
A
komma
B
dubbele punt
C
aanhalingstekens
Slide 23 - Quiz
Maak een zin met een dubbele punt erin. Noteer ook waarom die dubbele punt daar hoort.