Effectieve communicatie in het beroep

Beroepsgerichte communicatie 
Hallo allemaal! Vandaag gaan we aan de slag met het leerpad over beroepsgerichte communicatie. Zorg ervoor dat je de theorie en de vragen goed doorleest. Maak de opdrachten die je tegenkomt in het leerpad. Ik wens jullie veel succes! 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Beroepsgerichte communicatie 
Hallo allemaal! Vandaag gaan we aan de slag met het leerpad over beroepsgerichte communicatie. Zorg ervoor dat je de theorie en de vragen goed doorleest. Maak de opdrachten die je tegenkomt in het leerpad. Ik wens jullie veel succes! 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
De student is in staat om op een eenvoudige manier uit te leggen wat gastvrijheid precies betekent en wat het inhoudt.
Voorbereidend:
- De student kan uitleggen wat de LSD-methode inhoudt en hoe deze werkt.
Uitvoerend:
- De student kan aan de hand van een casus demonstreren hoe je op een respectvolle manier met mensen communiceert.
- De student kan aan de hand van een casus demonstreren hoe je op een juiste manier een klacht behandelt.
Terugblikkend:
- De student kan aan de hand van de uitgevoerde casussen reflecteren wat hij/zij heeft geleerd over beroepsgerichte communicatie.

Slide 2 - Diapositive

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over beroepsgerichte communicatie?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie over communicatie
Basisprincipes van communicatie, zoals zender, ontvanger, boodschap, feedback en ruis.

Slide 4 - Diapositive

Communicatie is wanneer iemand informatie doorgeeft aan iemand anders. Het zender-ontvanger-model legt uit hoe dit werkt.
Er zijn vijf belangrijke onderdelen:
  1. Zender: Degene die een boodschap wil sturen.
  2. Boodschap: De informatie die de zender wil delen.
  3. Kanaal: Het middel dat wordt gebruikt om de boodschap over te brengen, zoals praten, schrijven of online berichten.
  4. Ontvanger: Degene aan wie de boodschap is gericht.
  5. Feedback: De reactie van de ontvanger op de boodschap.
Dit model helpt ons te begrijpen hoe communicatie werkt, maar het houdt geen rekening met problemen die kunnen optreden, zoals ruis of culturele verschillen. Toch is het nuttig om communicatie te begrijpen en te verbeteren.
Welk onderdeel van de communicatie kan ervoor zorgen dat de boodschap tussen degene die praat en degene die luistert niet goed begrepen wordt?
A
Degene die praat
B
De reactie van degene die luistert
C
Storingen in het communicatiekanaal
D
De boodschap zelf

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

LSD-methode
Luisteren, samenvatten en doorvragen. Een effectieve gesprekstechniek om beter te begrijpen en te reageren.

Slide 6 - Diapositive

In beroepsgerichte communicatie is de LSD-methode belangrijk. Het betekent Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.
  1. Luisteren: Goed opletten naar wat de ander zegt. Je concentreert je op de spreker en probeert te begrijpen wat hij of zij bedoelt.
  2. Samenvatten: Nadat de spreker klaar is, vertel je kort wat er is gezegd. Dit laat zien dat je de boodschap begrepen hebt en de spreker kan eventuele misverstanden corrigeren.
  3. Doorvragen: Stel vragen om meer informatie of verduidelijking te krijgen. Zo begrijp je beter en mis je geen belangrijke dingen.
  • De LSD-methode helpt in beroepsgerichte communicatie om effectief te zijn en misverstanden te voorkomen. Goed luisteren, samenvatten en doorvragen zorgt ervoor dat je echt begrijpt wat de ander bedoelt. Dit is vooral belangrijk op het werk, waar duidelijke communicatie nodig is voor succesvolle samenwerking, problemen oplossen en doelen bereiken.
Wat is de betekenis van de afkorting "LSD" in de context van communicatie?
A
Lezen, Spreken, Denken
B
Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
C
Lichaamstaal, Stemgebruik, Dialoog
D
Logica, Sfeer, Dialoog

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Klachten behandelen
Hoe om te gaan met klachten van klanten en collega's. Belangrijke vaardigheden en strategieën.

Slide 8 - Diapositive

Omgaan met klachten 
  1. Luister goed naar de klacht en toon begrip.
  2. Blijf rustig en beleefd, zelfs als de klacht onterecht lijkt.
  3. Vraag om verduidelijking als de klacht niet duidelijk is.
  4. Neem de klacht serieus en help bij het vinden van een oplossing.
  5. Meld de klacht aan de juiste persoon in het verpleeghuis.
  6. Maak aantekeningen van de klacht, inclusief de details.
  7. Leer van de klacht en denk na over hoe je in de toekomst vergelijkbare situaties kunt voorkomen of beter kunt afhandelen.
  8. Het omgaan met klachten van cliënten is een waardevolle leerervaring tijdens je stage en helpt je professionele vaardigheden te ontwikkelen in het bieden van goede zorg.
Hoe moet je niet reageren als een klant een klacht heeft?
A
De klacht negeren
B
Jezelf verdedigen en boos reageren op de klacht
C
Serieus luisteren naar de klacht en proberen een oplossing te vinden
D
Meteen een standaard reactie terugsturen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gesprekken voeren
Verschillende soorten gesprekken in een beroepsomgeving en hoe ze effectief kunnen worden gevoerd.

Slide 10 - Diapositive

Gesprekken zijn verschillend, zoals met vrienden, op het werk, tijdens sollicitaties, interviews of onderhandelingen. Hier zijn tips voor succesvolle gesprekken:

  1. Luister goed: Let goed op en toon interesse in wat de ander zegt.
  2. Stel open vragen: Gebruik vragen zoals "wat", "hoe" en "waarom" om de ander meer te laten vertellen.
  3. Wees duidelijk: Spreek helder en kort, vermijd te veel woorden.
  4. Toon begrip: Probeer de gevoelens en meningen van de ander te begrijpen, zelfs als je het er niet helemaal mee eens bent.
  5. Gebruik lichaamstaal: Let op je houding, gezichtsuitdrukkingen en gebaren om je boodschap te ondersteunen.
  6. Geef de ander ruimte: Laat de ander uitpraten en onderbreek niet constant.
  7. Bevestig begrip: Herhaal soms wat de ander heeft gezegd om te laten zien dat je begrijpt wat er is gezegd.
  8. Wees respectvol: Behandel anderen met respect, ook als je het oneens bent. Zoek naar overeenkomsten en werk samen aan oplossingen.
  9. Reflecteer achteraf: Denk na over het gesprek en wat je ervan hebt geleerd. Ontdek je sterke punten en waar je kunt verbeteren.
Met deze tips kun je je gesprekken verbeteren en effectiever communiceren, ongeacht het soort gesprek.
Wat is een belangrijk ding om te doen als je verschillende soorten gesprekken voert op je werk?
A
Empathie tonen en goed luisteren naar de persoon met wie je praat
B
Altijd de baas spelen en de controle nemen
C
Ingewikkelde vaktermen gebruiken om indruk te maken
D
Niet letten op non-verbale signalen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandige opdracht 1
Bekijk dit gesprek en ontdek wat goed en minder goed was in de manier waarop er werd gecommuniceerd.


Slide 12 - Diapositive

Laat de studenten een beroepsgesprek analyseren en feedback geven op de communicatie.

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is communicatie en waarom is het belangrijk?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie manieren waarop je kunt communiceren met anderen.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je effectief luisteren tijdens een gesprek?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een voorbeeld van non-verbale communicatie en leg uit hoe het kan helpen om een boodschap over te brengen.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie
Wat heb je geleerd over beroepsgerichte communicatie en hoe ga je dit toepassen in de praktijk?

Slide 18 - Diapositive

Laat de studenten nadenken over wat ze hebben geleerd en hoe ze deze vaardigheden kunnen gebruiken in hun toekomstige werk.
Vragen
Heb je nog vragen over beroepsgerichte communicatie?

Slide 19 - Diapositive

Geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen en beantwoord ze zo goed mogelijk.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.