Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat we gaan doen
1. Huiswerk nakijken
2. Kijken of je je leerdoelen hebt behaald
3. Nieuwe theorie leren
4. Het doel van deze les: Je leert wat fictie en non-fictie is en hoe je het kunt herkennen.
Slide 2 - Diapositive
Stuur een foto van je gemaakte huiswerk van les 2
Slide 3 - Question ouverte
Het assortiment
Stollen
Ongelimiteerd
Schots en scheef
De thermostaat
De verleiding
Gevarieerd aanbod van producten
Het vast worden van vloeistoffen of vetten
onbeperkt
niet recht, door elkaar
schakelaar waarmee je de temperatuur kunt instellen
aantrekkings-kracht
Slide 4 - Question de remorquage
Stuur een foto van het gemaakte werk van les 3
Slide 5 - Question ouverte
Op welke drie manieren kun je een tekst lezen?
Slide 6 - Question ouverte
Ik kan bepalen wat het tekstdoel van een tekst is.
Ja
Nee
Slide 7 - Sondage
Ik kan uitleggen wathet doel van een tekst is.
Ja
Nee
Slide 8 - Sondage
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 9 - Question ouverte
Fictie en non-fictie
Je leert wat fictie is en hoe je het kunt herkennen.
Slide 10 - Diapositive
Fictie
Fictie is een verzonnen verhaal of tekst.
Het doel van fictie is om je te amuseren.
Zo herken je fictie: Bij fictie gaat het vooral om de beleving. De verteller bouwt zijn verhaal op. Hij zorgt ervoor dat het tot het eind boeiend blijft
Slide 11 - Diapositive
Non-fictie
Non-fictie is gebaseerd op feiten.
Het doel van non-fictie is informeren.
Zo herken je non-fictie: Bij non-fictie gaat het niet om de beleving, maar om overzichtelijk informatie geven.
Slide 12 - Diapositive
Noem een voorbeeld van fictie
Slide 13 - Carte mentale
Noem een voorbeeld van non-fictie
Slide 14 - Carte mentale
Lees het fragment uit "Livestream"
Markeer de gebeurtenissen die fictie zouden kunnen zijn
Slide 15 - Diapositive
Leguit waarom het fragment fictie is. Noem in je antwoord een belangrijk kenmerk van fictie.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Vidéo
Waarom is deze game fictie?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Vidéo
Was deze reclame fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie
Slide 20 - Quiz
Waarom gebruiken reclamemakers fictie?
Slide 21 - Question ouverte
Lees de tekst "Prins stiekem"
Markeer drie feiten die in de tekst worden genoemd
Slide 22 - Diapositive
Lees de tekst "Prins stiekem"
Omcirkel iets, waarvan het niet zeker is of het waar is.
Slide 23 - Diapositive
Even testen of je alles weet
Slide 24 - Diapositive
Fictie
Non-fictie
Slide 25 - Question de remorquage
Waarom is een mop fictie en een schoolboek non-fictie?
Slide 26 - Question ouverte
Schrijf hier zelf een verhaal van minstens 5 zinnen met als doel te amuseren.