Fictie les 4

Les 4 Hoe herken je fictie?
Je leert wat fictie is en hoe je het kunt herkennen.

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 4 Hoe herken je fictie?
Je leert wat fictie is en hoe je het kunt herkennen.

Slide 1 - Diapositive

Fictie
Fictie is een verzonnen verhaal of tekst. Het doel van fictie is om je te amuseren. 

Zo herken je fictie: 
Het gaat vooral om de beleving. 
De verteller bouwt zijn verhaal op. 
Hij zorgt ervoor dat het tot het eind boeiend blijft.

Slide 2 - Diapositive

Non-fictie
Non-fictie is gebaseerd op feiten. 
Het doel van non-fictie is informeren.

Zo herken je non-fictie: 
Het gaat niet om de beleving.
Het gaat om de informatie/feiten.

Slide 3 - Diapositive

Noem een voorbeeld van fictie

Slide 4 - Carte mentale

Noem een voorbeeld van non-fictie

Slide 5 - Carte mentale

Lees het fragment "Livestream" op blz. 13 in je boek.


Schrijf 2 zinnen of gebeurtenissen uit het fragment op die non-fictie zijn. 


Slide 6 - Diapositive

Schrijf de 2 zinnen of gebeurtenissen uit het fragment op die non-fictie zijn.

Slide 7 - Question ouverte

Leg uit waarom het fragment fictie is. Noem in je antwoord een belangrijk kenmerk van fictie.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Waarom is deze game fictie?
Denk aan de kenmerken van fictie.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Was deze reclame fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 12 - Quiz

Waarom gebruiken reclamemakers fictie?

Slide 13 - Question ouverte

Fictie
Non-fictie

Slide 14 - Question de remorquage

Schrijf hier zelf een verhaal van minstens 5 zinnen met als doel te amuseren.

Slide 15 - Question ouverte

Amuseren
Kies een foto en bedenk er zelf een verhaal bij. 
Schrijf een verhaal van 5 tot 10 zinnen met als doel amuseren.

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld
Dit jaar was weer het WK schaken tegen Semamstraatfiguren. Koekiemonster viel in de eerste ronde al uit omdat hij de schaakstukken had opgegeten. Bert werd te veel afgeleid door de aanmoedigingen van Ernie en verloor ook. Elmo was de enige uit Sesamstraat die de finale haalde. Hij won na een spannend duel van twee uren. Als prijs kreeg hij een levensgroot schaakstuk.

Slide 17 - Diapositive

Schrijf een verhaal van 5-10 zinnen met als doel amuseren.

Slide 18 - Question ouverte

Waarom is een mop fictie en een schoolboek non-fictie?

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf 1 ding op wat je hebt geleerd over fictie. Schrijf het in een zin op.

Slide 20 - Question ouverte

Stel 1 vraag over fictie?
Bijvoorbeeld over iets wat je nog niet snapt of nog wilt weten.

Slide 21 - Question ouverte