A6sp8 - Periode 3 - les 14 - GSE (27-03-2023)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bienvenidos

LESSONUP klascode: bfsjw

Meld je aan via de link in magister 29-08-2022

Metas / Objetivos (doelen)

Spreek- en gespreksvaardigheid:  

Je verbetert je spreek- en gespreksvaardigheid tot ERK-niveau B1/B1+. 

Leesvaardigheid:  

Je verbetert je lees- en toetsvaardigheid met het oog op het Centraal Schriftelijk Eindexamen, ERK-niveau B2. 

Grammatica/Vocabulaire:  

Je verbetert je kennis van werkwoorden (herkenning en toepassing), grammatica, voor- en achtervoegsels, examenvocabulaire, zodanig dat het bijdraagt aan je tekstbegrip en aan je mondelinge vaardigheden. 

Programa

1. INFO / DEBERES
2. EXAMEN ORAL, practicar

• vocabulario
• estrategias de comunicación
• practicar la biografía + la foto

3. REFLEXIÓN + DEBERES

INLEVERWERK SPAANS: 

• examen 2019-2, vocab-dossier, glosario
• i-tjes wegwerken!!!

Toetsen en opdrachten, zie studiewijzer!!!

Tussentoets, 10 maart 2023, examenvocab. temático + leesvaardigheid, toetsduur .....

Toetsweek: 

spreek- en gespreksvaardigheid (dus incl. vraaggesprek, improvisatie)

Portfolio: zie bovenaan studiewijzer

• Examen VWO 2019-2 incl. reflectie (inleveren uiterlijk 24 februari 2023) 
• Vocab-dossier oef. 27-32 (inleveren uiterlijk 24 februari 2023)
• Glosario (inleveren uiterlijk 15 maart 2023), zie uitleg in studiewijzer

Los deberes fueron:

Estudiar:  

Lenguateca uit libro de referencia ‘Hablar’ p.51 en verder 

Hacer: 

afmaken CSE 2018-2, tekst 8-11 -> Vraag om uitleg als je een tekst/vraag niet begrijpt. 

voorbereiden mondeling 

Antwoordblad H9 

Examen oral, instrucción (1)

Lees de uitleg goed door.

Opdracht in teams

Instructie (A4-tje)

Rubrics

Examen oral, Vocabulario (2)

1. Noteer minimaal 7 verschillende uitdrukkingen om je mening te geven, zowel positief als negatief.
2. Noteer minimaal 10 objectieve bijvoeglijke naamwoorden die je kunt toepassen om iets objectief te beschrijven, bijv. datgene wat je ziet op een foto. Varieer hiermee.
3. Noteer minimaal 7 subjectieve bijvoeglijke naamwoorden, waarmee je jouw mening duidelijk kunt maken.
4. Ga naar het blad met 'Conectores del discurso' en kies minimaal 7 conectores. Kies ook voegwoorden waarmee je samengestelde zinnen kunt maken.
5. TOT SLOT: schrijf 5-8  zinnen voor je biografie, waarin je telkens een of meer van bovenstaande woorden gebruikt. Elke zin heeft een vervoegd werkwoord. Varieer in je woordkeus.

Selecciona 3-5 de tus frases y apúntalas.

Communicatiestrategieën (3)

Hoe hou je het gesprek gaande...

(volgende slide)

Libro de ref. p.51:
Welke woorden/zinnen ga je gebruiken wanneer het gesprek stilvalt? Varieer.

Libro de referencia p.52
Welke opvulwoorden
ga je gebruiken?

La biografía

Preparación (3):
Apunta 3-5 preguntas que uno podría hacer sobre tu biografía.

En grupos: la biografía

Grupo: 3 parejas, 6 personas.

1. Una pareja presenta las biografías.
2. Otra pareja cloquea (neemt de tijd op) + hace 4-5 preguntas.
3. La tercera pareja escribe feedback en papeles 'post-it'. Tienen que ser consejos prácticos !!!!!!
4. Luego: cambiar de papel.

En grupos: la foto

Grupo: 3 parejas, 6 personas.

1. Cada pareja busca dos fotos en internet.
2. La primera pareja selecciona una de las dos fotos y descríbela.
3. Le segunda pareja cloquea (neemt de tijd op). Si dura menos de 3-4 minutos, hace una pregunta para estimular la conversación. 
4. La tercera pareja escribe feedback en papeles 'post-it'. Tienen que ser consejos prácticos !!!!!!
5. Luego: cambiar de papel.

VWO examen 2018-2

• Kijk je werk zelf na.
• Dit examen is bedoeld om van te leren.
• Vraag om uitleg als iets onduidelijk is.

Deberes para la próxima clase

Hacer: 

voorbereiden mondeling. Lees goed de instructie die op teams staat. 

VWO 2018-2, texto 10

1. GEEN COMPUTER, alléén woordenboek en papier. Je schrijft handmatig.
2. Je begint individueel.
3. Je zet een timer op 18 minuten. (3 minuten per te behalen punt)
4. Je maakt de tekstvragen en gebruikt alle strategieeen die jij nodig acht.
5. Als de timer gaat, stop je met de tekst.
6. Je kijkt je werk na met het antwoordblad en noteert je punten. 
7. 4-6 punten gehaald? Dat is een voldoende. 3 punten gehaald? Dat is een twijfelgeval.
8. Bespreek de tekst en de vragen na met een klasgenoot (nabespreken doe je in tweetallen)
   
9. Wees leergierig en kritisch. Stel zonodig vragen aan de docent.
10. Klaar? Dan ja he naar 

       

Apunta verbos y frases.

het zelfvertrouwen (p.1)

1. el bienestar
2. el dopaje
3. la autoestima
4. la convivencia

gezellig zijn (p.1-2)

1. tener verguënza
2. pelearse con
3. ser acogedor
4. caer bien

verslechteren (p.2)

1. descargar
2. reprochar
3. mejorar
4. empeorar

de aanrijding (p.2)

1. el peatón
2. la pantalla
3. la acera
4. el atropello

de file (p.2)

1. el volante
2. el freno
3. las afueras
4. la caravana

de traan (p.1-3)

1. el alma
2. el lanzamiento
3. la telebasura
4. la lágrima

de muis (p.3)

1. el sudor
2. el enlace
3. el disfraz
4. el ratón

zwanger (p.3)

1. embarazada
2. herida
3. devastada
4. enamorada

Vocab temático p.4:

er kapot van zijn

1. estar resfriado
2. estar embarazada
3. estar devastado
4. estar agotado

Vocab temático p.6:

bepleiten

1. apoyar
2. abogar
3. castigar
4. llamar

Vocab temático p.6:

iets beheren

1. cometer un atentado
2. detener a alguien
3. asesinar a alguien
4. gestionar algo

Vocab temático p.5:

werkloos zijn

1. suspender un examen
2. aprobar un examen
3. estar en paro
4. ser despedido

Vocab temático p.5:

de schaarste, het gebrek

1. la ola
2. la escasez
3. el terremoto
4. la tierra

Vocab temático p.5:

de aardbeving

1. la ola
2. la escasez
3. el terremoto
4. a tierra

Vocab temático p.4:

uitgeput zijn

1. estar resfriado
2. estar embarazada
3. estar devastado
4. estar agotado

Vocab temático p.5:

ontslagen worden

1. suspender un examen
2. aprobar un examen
3. estar en paro
4. ser despedido

Mondeling eindexamen 

• in tweetallen (15-20 minuten in totaal)
• 2 onderwerpen: autobiografie + foto beschrijven
• opdrachtbeschrijving op team v6sptl
• presentatie + vraaggesprek (= improvisatie)

Practicar: describir una foto (5m) 

1. ¿Qué ves? (descripción)

                        Qué, dónde, con quién, cuándo, ...

2. ¿Qué te parece? (tu opinión) 

Tu opinión:

Uitdrukkingen: Me parece (que), Pienso que, Creo que, Es una pena que, En mi opinión...

Bijwoorden: Lamentablemente, Afortunadamente, Desafortunadamente...

Uitroepen: ¡Qué emoción!, ¡Qué raro (=vreemd)!, ¡Qué guapo/a!, ¡Es un horror!

Bijvoeglijke naamwoorden: fenomenal, genial, estúpido/a, guay, chulo/a, fantástico/a...

Gebruik ook Hoofdstuk 9, Lenguateca A en C (p.46 + 58)

N.a.v. oefening 23a

Ga naar het antwoordblad en vergelijk je eigen tekst van oefening 23a met het voorbeeld.

Benoem de verschillen qua ...

• structuur (inleiding, beschrijvingen, meningen, slot)
• het gebruik van signaalwoorden
• het gebruik van verschillende werkwoordstijden
• de woordenschat (variatie in woordkeus)
• grammatica, bijv concordantie (mnl / vrl / enkelvoud / meervoud)

Welke tips haal je hieruit voor je eigen mondeling? Noteer ze op de volgende slide.