BS 8: Blessures

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.8 BLESSURES

Leerdoelen 4.8  Blessures

- Je kunt een aantal belangrijke oorzaken noemen 

   voor blessures.

- Je kunt de 3 groepen blessures noemen

0

Welke blessures
ken je?

Een blessure is een beschadiging aan:

- spieren.

- botten.

- gewrichten. 

Blessures

Voorbeelden:

RSI (Repetitive Strain Injury)

Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog

Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan. 

Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 

Kneuzing

Botbreuk

Recht zetten + gips en/of een operatie

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd. 

Ontwrichting

Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).

De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken dan te ver uit. 

Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden. 

Verstuiking

Voetbalknie: de noppen blijven in het veld staan en de knie draait. 

Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen. 

Knieblessure

Gescheurde banden

Als een sporter in volle vaart stopt en het lichaam draait kunnen de banden afscheuren. Meestal is dat de voorste kruisband. 

Knieblessure

Hoe kun je blessures
voorkomen?

Voorkomen blessures

1. Kleding en beschermende middelen

2. Intapen

3. Warming-up

4. Rekoefeningen

5. Cooling-down

0

Waar hebben we het over gehad?

- Je kunt een aantal belangrijke oorzaken noemen 

   voor blessures.

- Je kunt de 3 groepen blessures noemen

Check-out

Hoe beheers jij de succescriteria van deze basisstof?

Ik weet wat de oorzaken en symptomen van een spierscheuring zijn.

Ja dat kan ik zeker wel!

Dat kan ik een beetje.

Nee dat lukt mij nog niet.

Ik kan 2 manieren nomen hoe een botbreuk wordt behandeld.

Ja dat lukt mij wel!

Ik dat voor een deel

Nee dat lukt mij nog niet.

Ik kan 5 manieren noemen hoe je de kans op blessures kan verkleinen.

Ja dat kan ik zeker!

Dat kan ik voor een deel.

Nee dat lukt mij nog niet.

Ik kan uitleggen wat een voetbalknie is en hoe deze wordt behandeld.

Ja dat lukt mij!

Ik kan dat voor een deel wel.

Nee dat gaat mij nu nog niet lukken.

Ik kan uitleggen wat een kneuzing is en hoe deze wordt behandeld.

Ja dat lukt mij!

Ik kan dat voor een deel wel.

Nee dat gaat mij nu nog niet lukken.

Ik kan uitleggen wat verzwikking is.

Ja dat lukt mij!

Ik kan dat voor een deel wel.

Nee dat gaat mij nu nog niet lukken.

Ik kan uitleggen wat ontwrichting is.

Ja dat lukt mij!

Ik kan dat voor een deel wel.

Nee dat gaat mij nu nog niet lukken.