‹Revenir à la recherche

8/9. 4 hersenen

startvraag
Bij een operatie kan een patiënt plaatselijk verdoofd worden zodat hij op die plek geen pijn voelt. De patiënt is dan nog gewoon bij bewustzijn.
a  Welke zenuwcellen worden bij een plaatselijke verdoving verdoofd? Leg je antwoord uit.
Wanneer een patiënt in zijn been een snee heeft die moet worden gehecht, wordt de huid plaatselijk verdoofd. Bij een grotere operatie aan het been is een verdoving van de huid niet voldoende. Een arts verdooft dan de schakelcellen. Hierdoor is het gehele been verdoofd, maar de patiënt is wel bij bewustzijn.

b Waar plaatst de arts de verdoving om het been volledig te verdoven? Leg je antwoord uit.
Deze manier van verdoven kan niet worden gebruikt voor een operatie aan een arm. De verdoving zou dan hoger in het ruggenmerg moeten worden ingespoten. Dit zou niet alleen de arm verdoven, maar ook andere belangrijke organen.

c Geef een voorbeeld van een belangrijk orgaan dat dan ook zou kunnen worden verdoofd.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

startvraag
Bij een operatie kan een patiënt plaatselijk verdoofd worden zodat hij op die plek geen pijn voelt. De patiënt is dan nog gewoon bij bewustzijn.
a  Welke zenuwcellen worden bij een plaatselijke verdoving verdoofd? Leg je antwoord uit.
Wanneer een patiënt in zijn been een snee heeft die moet worden gehecht, wordt de huid plaatselijk verdoofd. Bij een grotere operatie aan het been is een verdoving van de huid niet voldoende. Een arts verdooft dan de schakelcellen. Hierdoor is het gehele been verdoofd, maar de patiënt is wel bij bewustzijn.

b Waar plaatst de arts de verdoving om het been volledig te verdoven? Leg je antwoord uit.
Deze manier van verdoven kan niet worden gebruikt voor een operatie aan een arm. De verdoving zou dan hoger in het ruggenmerg moeten worden ingespoten. Dit zou niet alleen de arm verdoven, maar ook andere belangrijke organen.

c Geef een voorbeeld van een belangrijk orgaan dat dan ook zou kunnen worden verdoofd.

Slide 1 - Diapositive

a. De gevoelszenuwencellen worden verdoofd. Wanneer gevoelszenuwcellen geen impulsen meer kunnen geleiden, voel je geen pijn.

b. De arts plaats de verdoving in het ruggenmerg van de onderrug. Wanneer schakelcellen geen impulsen meer kunnen geleiden, komen de impulsen vanaf de gevoelszenuwencellen niet bij de hersenen aan. Je voelt dan geen pijn. (In de onderrug komen de gevoelszenuwcellen van de benen aan.)

c. Voorbeelden van juiste antwoorden: de longen, het hart, de ademhalingsspieren.
3|4  hersenen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

hersenen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 hersenenstam
automatische functies
doorgeven impulsen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

impulsen voor belangrijke levensfuncties
hartslam , ademhaling, bloeddruk, temperatuur
verbinden
ruggenmerg met hersenen
zintuigen van je hoofd met hersenen
van grote en kleine hersenen naar spieren en klieren hoofd en hals
hersenen stam

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

grote hersenen
bewust waarnemen
bewust bewegen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hersenencentra

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grijze en witte stof

Grijs: Schakelcellen

Wit: Uitlopers

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Phineas Gage

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kleine hersenen
coordineren bewegingen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdovende middelen
downers
Stimulerende middelen
uppers
Bewustzijns
veranderende middelen
trippers
Hersenen trager
Hersenen sneller
Hersenen werken anders
Verminderd pijn, angst en spanning. 
Actiever
Werkelijkheid wordt anders. 
alcohol, heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj en wiet.
 Nicotine, cafeïne, cocaïne, speed en xtc zijn voorbeelden van stimulerende drugs.
Paddo’s, lsd, lachgas, hasj en wiet 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verslaving
afhankelijkheid
tolerantie
dopamine
risico's

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
B 3/4  hersenen
Hersenstam
-  verwerkt alle impulsen en reflexen van _________  en ____________
– stuurt belangrijke levensfuncties aan, zoals _____________en _________________

grote hersenen
ontvangt en verwerkt impulsen uit heel je lichaam
regelt het ____________________ en _____________________________

kleine hersenen
zorgen voor _____________________________ (van bewegingen) 

Slide 18 - Diapositive

Hersenstam
- verwerkt alle impulsen en reflexen van ____hoofd____ en _______hals_____
– stuurt belangrijke levensfuncties aan, zoals __ademhaling___________en ______hartslag___________
grote hersenen
ontvangt en verwerkt impulsen uit heel je lichaam
regelt het ___denken_________________ en _____________voelen________________
kleine hersenen
zorgen voor ______________coördinatie _______________ (van bewegingen) 
Samenvatting
kader
Grijze stof in de hersenen(hersenschors)
• Functie: __________________________________
Witte stof in de hersenen
• Functie: __________________________________



Slide 19 - Diapositive

grijze stof: verwerken informatie
witte stof communicatie tussen hersencellen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

begrippen
grote hersenen
kleine hersenen
hersenstam
gevoelscentra
bewegingscentra
grijze witte stof

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat weet je nog

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zenuwcel is nu welke?
Bewegins-
zenuwcel
Schakelcel
Gevoels-
zenuwcel

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk nummer geeft de schors aan van het ruggenmerg?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Bewegingszenuwen geleiden impulsen van ...
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar geleiden gevoelszenuwcellen de impulsen naar toe?
A
Zintuigen
B
Klein hersenen
C
Grote hersenen
D
Spieren

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Regeling- Herhaling en hormoonstelsel

- Leçon avec 40 diapositives
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Nectar 14.4 Zenuwstelsel dl2

- Leçon avec 27 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

5H Herh. 14.3 en 14.4 Zenuwstelsel dl1

- Leçon avec 41 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Les 4: Zenuwstelsel dl2

- Leçon avec 35 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Les 4: Zenuwstelsel dl2

- Leçon avec 35 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

5.1 en 5.2 en 5.3

- Leçon avec 44 diapositives
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

T10B3&4 - Het ruggenmerg en de hersenen

- Leçon avec 26 diapositives
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

K5. 4 hersenen

- Leçon avec 36 diapositives
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3