Administratie blok 4 GTBD

Administratie blok 4
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Administratie blok 4

Slide 1 - Diapositive

De balans
Een balans is een overzicht van:
de bezittingen, het eigen vermogen en de schulden van een bedrijf.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is een ander woord voor 'schulden'?
A
Eigen vermogen
B
Vreemd vermogen
C
Debiteuren
D
Crediteuren

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we het eigen geld dat de eigenaar in zijn onderneming stopt?
A
Eigen vermogen
B
Vreemd vermogen
C
Debiteuren
D
Crediteuren

Slide 5 - Quiz

Noem 5 rekeningen van bezit (bezittingen die op de balans kunnen voorkomen)

Slide 6 - Question ouverte

Noem 3 rekeningen van schuld (schulden / vreemd vermogen die op de balans kunnen voorkomen)

Slide 7 - Question ouverte

Bekijk de balans op de volgende slide.

Slide 8 - Diapositive

debet

gebouw                   € 200.000 
auto's                        €   40.000
debiteuren             €      8.000
kas                             €          500
bank                          €   55.000
voorraad                  €    12.000
TOTAAL                     €  315.500
credit

eigen vermogen              ...
hypotheek               € 180.000
lening                        €   35.000
crediteuren             €   15.000


TOTAAL                     € 315.500

Slide 9 - Diapositive

Bekijk de balans op de vorige slide en bereken het eigen vermogen.

Slide 10 - Question ouverte

Crediteur
Debiteur
Een leverancier aan wie je nog een rekening moet betalen is een ...
Een klant die later betaalt voor de goederen/diensten die hij koopt is een ...

Slide 11 - Question de remorquage

Schuld wordt groter
Schuld wordt kleiner
Geen invloed op de schuld
Je betaalt de glazenwassen contant.
Je koopt voorraad in op rekening.
Je betaalt een rekening aan een crediteur.

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Vidéo

Wat is het verschil tussen de brutowinst en de nettowinst

Slide 14 - Question ouverte

De omzet van een winkel is € 52.300,00.
De inkoopwaarde is € 25.800,00
De bedrijfskosten zijn € 12.750.
Bereken de brutowinst:

Slide 15 - Question ouverte

De omzet van een winkel is € 52.300,00.
De inkoopwaarde is € 25.800,00
De bedrijfskosten zijn € 12.750.
Bereken de nettowinst:

Slide 16 - Question ouverte

Resultatenrekening
De resultatenrekening is een overzicht van de opbrengsten van de verkopen, de inkoopwaarde en de bedrijfskosten. 

Uit zo’n overzicht kan het bedrijf aflezen wat het eindresultaat is aan het eind van een bepaalde periode. Dus heeft het bedrijf winst of juist verlies gemaakt.
Een ander woord is winst/verliesrekening.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Hierboven staat een voorbeeld van een resultatenrekening.
Zoals je kunt zien moeten de beide zijden van de resultatenrekening gelijk zijn, net als bij de balans.

Slide 19 - Diapositive

Bereken de brutowinst:

Slide 20 - Question ouverte