6.1: Woonplaats en werkplaats

6.1 woonplaats en werkplaats
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

6.1 woonplaats en werkplaats

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van deze les:
... kun je oorzaken noemen voor het ontstaan van de eerste steden.
... kun je uitleggen waar de eerste steden ontstonden.
... kun je uitleggen hoe internationale handel in de middeleeuwen eruitzag.
... kun je uitleggen wat een gilde deed
... kun je in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen: verstedelijking, ambacht, gilden en hanze betekenen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

6.1: Woonplaats en werkplaats
In deze paragraaf leer je:

  • hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond.
  • hoe de economie zich ontwikkelde
  • hoe ambachtslieden samenwerkten
  • hoe handelssteden samenwerkten

kenmerkend aspect: de opkomst van handel en het ontstaan van steden.

Slide 4 - Diapositive

Ga zelf aan de slag in de les
  • Neem de instructie op de volgende dia's goed door en maak de vragen die je tegenkomt in deze gedeelde LessonUp.
  • Werk alleen en stil . Steek je vinger op als je een vraag hebt

Slide 5 - Diapositive

platteland en stad:
voor de tijd van steden en staten:
  •  hofstelsel
  • landbouwsamenleving: grootste deel van de bevolking was (horige) boer.

Slide 6 - Diapositive

Wat is het middel van bestaan van mensen in een landbouwsamenleving?

Slide 7 - Question ouverte

Platteland en stad:
vanaf ongeveer het jaar 1000 veranderen er dingen:

  • Boeren gaan moerasgebieden droogleggen door sloten te graven. Ook kapten ze bossen. Zo kwam er meer ruimte voor akkers.
  • Boeren gingen een andere ploeg gebruiken.

gevolg: Grotere oogst, meer voedsel, mensen leven langer, bevolking groeit.

Slide 8 - Diapositive

platteland en stad:
Boeren gaan hun landbouwoverschot verkopen, dit doen ze op markten. 

  • knooppunten van land- en waterwegen.
  • bij een kasteel of een klooster

Hierdoor groeit de handel.

Slide 9 - Diapositive

platteland en stad:
De groeiende landbouwproductie had ook uitbreiding van de nijverheid tot gevolg. Door de groei van de bevolking kon een deel van de boeren ander werk gaan doen, bijv. een ambacht uitoefenen.

Slide 10 - Diapositive

platteland en stad
handelaren en ambachtslieden gingen steeds vaker bij een markt wonen, zo groeiden marktplaatsen vaak uit tot steden.

Dit noemen we verstedelijking

Slide 11 - Diapositive

Welke oorzaken voor het ontstaan van steden kun je noemen (je mag ook zoeken in de theorie van 6.1)

Slide 12 - Question ouverte

Ontstaan van Steden in Nederland
Bekijk de afbeeldingen en geef daarna antwoord op de vragen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat valt je op? Waar ontstaan de eerste steden?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat valt je op aan de verschillende kaarten?

Slide 19 - Question ouverte

De geldeconomie:
vraag: wat iemand wil kopen.
aanbod: wat iemand wil verkopen.

Door de opkomst van de handel gingen mensen weer geld gebruiken. Elke stad, koning of hertog kon zijn eigen munten slaan. Hierdoor waren er geldwisselaars waar je munten kon ruilen. Ook ontstonden er in deze tijd banken.

Slide 20 - Diapositive

Waarom was een geldwisselaar belangrijk voor een stad denk je?

Slide 21 - Question ouverte

Samenwerking in de nijverheid:
Een ambachtsman mag niet zomaar in een stad gaan wonen en daar produceren en verkopen wat hij wilde. Hij moest daarvoor lid zijn van een gilde.

Gilde: vereniging van mensen met hetzelfde beroep.

Slide 22 - Diapositive

Wat doet een Gilde?
  • Samenwerken om op te komen voor de belangen van de eigen groep.
  • bepalen van werktijden.
  • bepalen van prijzen.
  • controleren van de kwaliteit van producten.
  • Beroepsopleiding, je mag pas na een meesterproef zelf een bedrijf starten.

Slide 23 - Diapositive

Wat doet een Gilde?
  •  Zorgen voor bejaarde en zieke leden en voor de weduwen van gestorven meesters.
  • Organiseren van feesten, kerkelijke bijeenkomsten en begrafenissen.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Welke taak van het gilde zie je hier?

Slide 26 - Question ouverte

Internationale handel
de Hanze: verbond tussen handelssteden aan de Oostzee en Noordzee.

  • geen tol vragen aan elkaar.
  • samen strijden tegen vijanden, zoals piraten.
  •  vorsten overhalen tot het beschermen van handelaren en om geen tol te heffen.


Slide 27 - Diapositive

Internationale Handel:
Noord- Europa: bont, vis, graan, textiel (laken) en zout.
Zuid- Europa: wijn, zout, zuidvruchten zoals dadels, parfum en specerijen.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

0

Slide 30 - Vidéo

Welke voordelen had het als je als stad bij het Hanzeverbond hoorde?

Slide 31 - Question ouverte

Zelf aan de slag/Huiswerk
Lezen:  Paragraaf 6.1
Leren:   Belangrijke begrippen van 6.1
Opdracht bij kenmerkend aspect: 
De opkomst van handel en het ontstaan van steden. 
Maak een mindmap bij dit KA, met alleen steekwoorden


Slide 32 - Diapositive