Aanhalingstekens

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 6

Enkelvoudige zinnen en samengestelde zinnen.

Ik ga morgen naar Walibi.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Hij gaat graag naar school, omdat hij dan zijn vrienden ziet.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Wij eten vanavond patat!

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Morgen gaan we uiteten.

1. Enkelvoudige zin Persoonsvorm = gaan
2. Samengestelde zin Persoonsvorm = gaan
3. Enkelvoudige zin Persoonsvorm = we
4. Samengestelde zin Persoonsvorm = we

Bram heeft een nieuwe jas, want zijn oude jas is stuk.

1. Enkelvoudige zin Persoonsvorm = heeft
2. Samengestelde zin Persoonsvorm = heeft
3. Enkelvoudige zin Persoonsvormen zijn: heeft, is.
4. Samengestelde zin Persoonsvormen zijn: heeft, is.

Dit gaan we leren:

We leren wat aanhalingstekens zijn en wanneer we aanhalingstekens gebruiken.

Je gebruikt aanhalingstekens als je precies opschrijft wat iemand zegt.

'Pak allemaal je Chrome!' zei de juf.

'begrijpen jullie de les?' vraagt de juf. 

Ik ben blij.

'Ik ben blij'.

'Ik ben blij.'

Heb jij mijn voetbal gezien?

'Heb jij mijn voetbal gezien?'

'Heb jij mijn voetbal gezien'?

Ik ga morgen naar oma, zei Mark

'Ik ga morgen naar oma'. zei Mark.

'Ik ga morgen naar oma.' zei Mark.

'Ik ga morgen naar oma. zei mark.'