nabespreking proefwerkweek I Chapitre 2

Afspraken + regels
Een les = instructie + werktijd +  kletstijd
(kletstijd = na inspanning en goed werken volgt ontspanning en ontlading, je past je stemvolume aan).
Een les = vaste plattegrond
Een les = Goed gedrag benoemen en belonen en negatief gedrag benoemen en bestraffen
Een les = onrust bij ADHD onderdrukken (breng eventueel iets mee naar school, vraag om een time-out indien noodzakelijk) 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransSecundair onderwijs

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Afspraken + regels
Een les = instructie + werktijd +  kletstijd
(kletstijd = na inspanning en goed werken volgt ontspanning en ontlading, je past je stemvolume aan).
Een les = vaste plattegrond
Een les = Goed gedrag benoemen en belonen en negatief gedrag benoemen en bestraffen
Een les = onrust bij ADHD onderdrukken (breng eventueel iets mee naar school, vraag om een time-out indien noodzakelijk) 

Slide 1 - Diapositive

Nabespreking proefwerkweek I

 Chapitre 2

Slide 2 - Diapositive

Hoe ging de eerste toetsweek
in het algemeen?

Slide 3 - Question ouverte

Ben je tevreden met je resultaat
voor het proefwerk Frans?
A
Jazeker!
B
Het kon beter, maar ben niet ontevreden.
C
Helemaal niet!

Slide 4 - Quiz

Past dit resultaat bij
jouw leerwerk en inzet tijdens de les?
A
Ja, ik begrijp hoe ik aan dit cijfer kom.
B
Neen, voor mij was dit cijfer een verrassing.

Slide 5 - Quiz

Hoe bereidde je je thuis voor
op het proefwerk Frans?
Geef kort en bondig antwoord.

Slide 6 - Question ouverte

Inzage eigen werk
Bekijk je werk aandachtig: 
1. Wat ging goed?
2. Wat kan beter en ga je nog oefenen?
And last but not least :
3. De telling van de juf :-)

timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Welk onderdeel ging voor jou het best?
A
Vocabulaire (woordjes + getallen)
B
Grammaire (wkw op -er + ontkenning)
C
Zinnen
D
Tekst lezen + vragen

Slide 8 - Quiz

Welk onderdeel vond je het lastigst?
A
Vocabulaire (woordjes + getallen)
B
Grammaire (wkw op -er + ontkenning)
C
Zinnen
D
Tekst lezen + vragen

Slide 9 - Quiz

I. Vocabulaire
Woordjes i.v.m. eten, drinken, iets bestellen ...
De getallen 0 t/m 69

Slide 10 - Diapositive

Wat vind je het moeilijkst
aan woordjes leren?

Slide 11 - Question ouverte

timer
1:00
Tips woordjes leren

Slide 12 - Carte mentale

Kies het woord dat het beste past:
Il mange la baguette / la boulangerie.
À la boulangerie, j'achète un pain / la viande.

Hoe kom je bij het goede antwoord? 

Slide 13 - Diapositive

timer
1:00
Wat neem je mee over woordjes leren voor de volgende toets?

Slide 14 - Carte mentale

II. Grammaire
De regelmatige werkwoord op -ER 
De ontkenning met ne...pas

Slide 15 - Diapositive

Wat vind je het moeilijkst
aan grammatica leren?

Slide 16 - Question ouverte

timer
1:00
Tips grammatica leren

Slide 17 - Carte mentale

Zet het wkw in de tegenwoordige tijd:
Le serveur (parler) avec nous.
Vous (aimer) le thé?

Hoe kom je bij het goede antwoord? 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Maak de zinnen ontkennend met n(e)... pas


Tu ... aimes ...les crêpes.
Vous ... demandez ... la carte.
Hoe kom je bij het goede antwoord?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

III. Zinnen
Praten over eten en drinken, iets bestellen, op restaurant, ...

Slide 22 - Diapositive

Wat vind je het moeilijkst
aan zinnen leren?

Slide 23 - Question ouverte

timer
1:00
Tips zinnen leren

Slide 24 - Carte mentale

timer
1:00
Au restaurant
Aan welke zinnen denk je?
Noteer er minstens twee!

Slide 25 - Carte mentale

IV. Lezen
Een tijdschriftartikel over winkelen begrijpen 

Slide 26 - Diapositive

Wat vind je het moeilijkst
aan het lezen en begrijpen van
een Franse tekst?

Slide 27 - Question ouverte

timer
1:00
Tips lezen en begrijpen van een Franse tekst

Slide 28 - Carte mentale

Welk punt wil je voor de volgende toets halen?
Hoe ga je dit proberen?

Slide 29 - Question ouverte

Inleveren toets 
Kijk nog een laatste keer naar je toets.
Klaar? Lever de toets in.
Vragen? Stel ze.
timer
3:00

Slide 30 - Diapositive